42 -
nu
at
ebben
ef
n
s een
rt
;praak
1 die
nu
'raag
Ik
;nap
zegt
in
iwoon
was
ir
;r
wel
len
:er
26 oktober 1988 - 43 -
Heer VISSER: Voorzitter, dat is niet juist. Ik ben het met de heer Van
Gelder eens dat we het geld natuurlijk ook voor andere dingen kunnen
gebruiken.
VOORZITTER: Natuurlijk. Mijnheer Ebbers, wilt u het absoluut in stemming
hebben?
Heer MEILOF: Voorzitter, mag ik daar dan ook nog een opmerking over
plaatsen? Ik heb ten eerste even niet begrepen waarom het een amendement
is, volgens mij is het een motie. Ten tweede vind ik de opmerking van de
heer Van Gelder erg belangrijk. Wij hebben een notitie rationeel wegbeheer.
Daar staat een bepaalde volgorde in. Dit wordt eruit gegrepen als een
essentieel element. Ik weet nog helemaal niet of dit het belangrijkste punt
is. Het kan best van belang zijn, maar ik zou dat eerst even rustig willen
beoordelen. Ik wacht een advies van u af.
VOORZITTERWethouder Plomp zegt mij nog een keer nadrukkelijk dat hij veel
liever een voorstel na 17 november aan de raad wil voorleggen over deze
zaak. Het wordt voor het publiek ook volstrekt onduidelijk als we nu eerst
negatief reageren en dan weer positief. Ik zou u echt willen raden,
mijnheer Ebbers om dit voorstel in te trekken. Nee? Dan breng ik het in
stemming. Mag ik vaststellen dat de WD heeft voor gestemd en de rest
tegen?
Heer KRIJGER: Er is een verschil tussen een motie en een amendement. Een
motie is iets kenbaar maken aan het college wat het college kan uitvoeren
of niet. Hier gaat het om het vaststellen door de raad van een
investeringslijst met een aantal planningen. Dat stellen wij nu, vandaag,
vast. Daarbinnen past dat alle voorstellen later gaan komen in uitgewerkte
vorm. Daarom is dit het moment om dat vast te stellen. Natuurlijk, als we
praten over brandweer of andere zaken dan komen de voorstellen na verloop
van tijd pas. Die werkwijze willen wij gewoon volhouden.
VOORZITTER: Ik zou willen vaststellen dat in ieder geval de WD-fractie dit
voorstel ondersteunt en daarmee de enige is. Daarmee is het voorstel
verworpen.
Heer KRIJGER: Mag ik een toelichting van uzelf hebben? Net zijn ook
voorstellen en moties gekomen waarvan u zegt: of het nu aangenomen wordt of
niet, wij denken in die lijn. Wat vindt het college hiervan?
VOORZITTER: Ik ben net al vrij duidelijk geweest. Ik denk dat wij in ieder
geval de gedachte die achter de motie ligt, gelet op een overschot dat er
komt en waar een zeker verband is met deze zaak, sympathiek vinden. Wij
zullen kijken of we een voorstel kunnen voorbereiden. Dat lijkt mij heel
reëel en heel goed. Want je moet natuurlijk ook nog eens even kijken naar
het plan hoe het er ligt en hoeveel het kost, kan het er allemaal wel uit
en is het verstandig, past het in andere planningen enz. Dat gebeurt.
Heer VAN GELDER: Misschien liggen er wel andere, veel urgentere wensen van
twee ton, want er zijn een heleboel geschrapte investeringen. Dus ik zou
daar toch bezwaar tegen willen aantekenen. Door het op deze manier, op dit
moment onvoorbereid in discussie te brengen zou de suggestie ontstaan dat
dit voorstel een hogere prioriteit heeft boven andere voorstellen in de
investeringslijst. Er staan meer voorstellen in en als er meer geld uit te
geven valt, dan moeten we dat op een behoorlijke manier aanpakken. Dat
;s-
ig.
1