26 oktober 1988
- 4 -
hebben met invloeden van buiten onze gemeente te maken, ook wat het
kostenpeil betreft. Daarom is het wat ons betreft zeer belangrijk dat u dit
verder ook uitwerkt met andere gemeenten. Wij zullen u daarbij steunen, als
het moet zelfs in de rug duwen, omdat wij denken dat daar een hele goede
zaak voor Soest en omliggende gemeenten waarschijnlijk mee gedaan kan
worden.
Rest mij alleen nog te zeggen dat wij, wat ik eigenlijk al zo'n beetje
ingebouwd heb, volledig akkoord zijn met uw voorstel bij dit agendapunt 4.
Wethouder VAN LQGTENSTEIN: Voorzitter, ik ben erg blij, vooral voor de
mensen die het werk gedaan hebben dat er in algemene zin zo positief wordt
gereageerd op de stukken die zijn gepresenteerd. Ik denk dat ik kan
constateren dat het zo volledig is dat alle aspecten die betrokken zijn
bij afvalstoffenverwijdering zijn behandeld, in ieder geval in het licht
zijn geweest. Of ze allemaal naar onze tevredenheid zijn ingevuld, dat zal
in de toekomst nog moeten blijken. Maar we hebben het totaalbeeld geschetst
en dat geeft in wezen een stuk ook van de taken aan die wij voor de naaste
toekomst zien. De naaste toekomst behelst dan in wezen de mogelijkheden van
een overslagstation, waar vanaf nu dan ook zeer daadwerkelijke aan zal
worden gewerkt. Dat behelst de mogelijkheden van het verminderen van
aanbod, dat is denk ik de meest wezenlijke benadering van de
afvalproblematiekEn het behelst in wezen een aantal nevenaspecten die ik
u wil noemen, dat is onder andere het composteren thuis (daar wordt wel
eens wat lichtzinnig over gedaan, maar dat kan toch een aanzienlijk
stimulans geven aan het bewustzijn wat afval is en wat je ermee kan doen)
en ook het inschakelen van Spullenhulp is natuurlijk een activiteit die we
in de naaste toekomst zullen gaan doen. Ik noem het nevenactiviteiten omdat
de hoofdtaak voldoende aandacht vraagt. Het is inderdaad een continue
toename van afval, we zitten op het ogenblik op een gemiddelde van 440 kilo
per inwoner. Dat is ten opzichte van vorig jaar alweer een aanzienlijke
stijging. Grofvuilproblematiek is nog even aangedragen door de heer
Pothuizen. Ik wil daar toch graag nog eens op een ander moment op terug
komen, omdat de grofvuil inzamelmethodiek die wij kennen niet alleen in
Soest, maar ik denk in de regio en landelijk een hele goede is. Het is
gebaseerd op een breng methodiek. De mensen komen met hun grof vuil naar de
brengplaats en daar sorteren wij dat in zes, zeven verschillende fracties.
Dat is direct gesorteerd op die plaats. Als je door het dorp zou rijden met
een aantal wagens, kun je nooit die vergaande scheiding krijgen die wij op
de brengplaats nu al hebben bereikt. Ik kan u getallen noemen, maar u kunt
ze zelf in de stukken ook lezen. De kosten per ton op de brengplaats zijn
zo'n 113,00 en de kosten van het inzamelen van grofvuil in de wijken komt
al gauw op een 170,00 180,00 per ton. Ik denk dat het logisch is. Als
u daar gaat kijken dan ziet u dat de methodiek in wezen kostenbesparend
werkt en ook onmiddellijk het bewustzijn van mensen ten aanzien van de
scheiding wat groter maakt. Maar ik wil daar op een ander moment best eens
op terugkomen en daar wat dieper op ingaan.
Mevrouw Tomassen heeft benadrukt dat goede voorlichting een van de aspecten
is om de afvalproblematiek wat terug te dringen. Ik denk inderdaad dat
hoofdtaak nummer 1 is: hoe kunnen wij met z'n allen wat minder vuil
produceren? We doen het allemaal, laten we wel zijn. Ik vond het
bijvoorbeeld heel opmerkelijk dat u sprak over milieubewuste verpakking.
Wij hebben vanmiddag omstreeks vier uur allemaal een croquetje gehad en u
heeft gezien hoe dat werd aangeleverd. Ik denk dat u dat bedoelt, er
resteerden na die vijf, tien minuten 60 van die plastic bakjes en 60 zakjes
waar mosterd in had gezeten.
VOORZITTER: Volgend jaar krijgen we die dingen niet meer en anders krijgen