26 oktober 1988
- 6 -
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Wij hebben in de commissie toegezegd dat we gaan
kijken of zo'n proef een haalbare zaak mag zijn.
Heer MEILOF: Voorzitter, u heeft mijn vraag over de AVR denk ik niet
helemaal goed begrepen. Naar Lage Weide of Rotterdam afvoeren, allebei de
plannen zitten hierin. Het plan waarbij we Lage Weide kunnen passeren was
duidelijk gunstiger. Het gaat mij er niet om van Rotterdam af te komen, van
de AVR af te komen, het gaat erom hoe makkelijk we van het contract met
Lage Weide af kunnen komen. Dat is een zaak van onderhandeling heb ik
begrepen en ik weet niet of u daar al meer over weet.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Dat is inderdaad een zaak van onderhandeling en
ik denk dat u die dan even af moet wachten.
VOORZITTER: Een lange discussie is hiermee afgerond. Hoeveel jaar zijn we
bezig geweest met deze zaak? Twee jaar? In ieder geval, ik sluit mij graag
aan bij iedereen die gezegd heeft: een compliment aan al degenen die hier
hard aan gewerkt hebben. Dat het nu zo op deze wijze is afgerond vind ik
buitengewoon plezierig, dat het op deze wijze in de raad nu tot een eind
komt. Ik wil persoonlijk ook best de wethouder daarbij betrekken.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
5. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het perceel
Clemensstraat 54 en voor de gebieden Klein Engendaal en Hees.
Het voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
aangenomen
6. Voorstel tot het vaststellen van het bestemmingsplan "Mariastraat"
Heer VISSER: Voorzitter, ik heb een blinde vlek ontdekt. Ik citeer bewoners
van de Mariastraat in mijn lijfblad waarbij de mensen suggereren dat bij
een hoorzitting van de Raad van State tot grote hilariteit de gemeente
Soest ter zitting geen collegebesluit en geen vergunning kon overleggen
(het gaat om een of andere inrit) aangezien deze, naar toen bleek, nooit
hebben bestaan". In de brieven die wij gehad hebben, de stukken die wij
gehad hebben staat hetzelfde ook. Het komt erop neer dat wij destijds, ik
heb de notulen nog bij de hand van de raadszitting die wij daaraan gewijd
hebben, min of meer via een motie zelfs hebben toegezegd dat wij om dat
gebouw te verkopen aan de heer Smeeing hebben beloofd aan de bewoners om
daar te doen wat zij vragen. Dat was eigenlijk alleen maar de bevestiging
wat toen iedereen dacht, namelijk het gebruik van die school als
kantoorgebouw en showroom. Wie schetst nu de verbazing als wij bij dit plan
merken dat er toch veel meer aan de hand is, wat ik toen in die
raadsvergadering -u kunt de notulen erop nalezen- al had voorspeld. Een en
ander komt erop neer dat ik u voorstel dit terug te nemen, dat u het
bestemmingsplan herziet, bijschaaft zoals we destijds in de raad hebben
afgesproken. Dan moet u niet zeggen dat de verkoop van het gebouw niets te
maken heeft met dit bestemmingsplan, want het was gewoon een afspraak die
we toen hebben gemaakt, zoals u in de notulen ook kunt nalezen. Wij hebben
tegenover die bewoners iets gedaan dat eigenlijk helemaal niet kan. Ik
herhaal dus: neemt u dit terug, verandert u de tekst, praat u met die
mensen zoals beloofd is, zoals afgesproken is, want anders voorzie ik dat
de Raad van State toch weer in november een uitspraak doet die Soest weer
in een kwaad daglicht stelt en weer een van die blinde vlekken bloot legt