26
Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor diverse gebieden.
Het voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Voorstel tot voorlopige vaststelling van de gemeenterekening en de
bedrijfsrekeningen over 1985, tot goedkeuring van de rekening 1985 van de
Stichting voor Lichamelijke Opvoeding en Sport en tot vaststelling van de
rekening 1985 van de Stichting Zwembaden.
Heer POTHUIZEN: In de tegenwoordige opvattingen over hoe je als raad moet
functioneren is een van de stellingen dat er meer aandacht moet worden besteed
aan de achterkant van het beleid en dus aan de rekening en verantwoording. En nu
hebben we dan de achterkant van het beleid van 1985 aan de orde, we kunnen dus
nu een poging wagen. Het is duidelijke dat we in 1985 niet te kort zijn gekomen.
Ook in 1986 niet, al weten we dat formeel niet, kennelijk had ons dat vorig jaar
al aangeboden moeten worden. In 1987 overigens ook vast niet. Was de gemeente nu
echt een onderneming, dan zouden we juichen en we zouden de bestuurder
complimenteren. De gemeente, al moet ze dan in veel gevallen zoveel mogelijk
bedrijfsmatig opereren, is echter geen onderneming en daarom zullen we dus niet
alleen maar zeggen dat de heer Menne het goed gedaan heeft, al heeft hij het
best wel goed gedaan. We kunnen vaststellen dat uitgerekend in deze stukken het
ontluchtingsbeleid zijn start heeft gevonden. De begroting 1985 was in feite dus
al niet goed, die was te royaal om precies te zijn. En er spelen vele
incidentele, niet helemaal aan onszelf toe te rekenen factoren een belangrijke
rol in het resultaat. Als wel beschikbaar geld niet is uitgegeven, dan is het u
bekend dat dat naar onze opvatting niet goed is maar fout, want het draaiend
houden van de economie moet ook door de gemeente Soest gunstig beïnvloed worden.
Wij gaan graag met dit voorstel akkoord, maar wij stellen wel vast dat er nog
meer ontlucht kan worden en ook dat er dus nog meer ontlucht moet worden.
Heer VAN GELDER: Voorzitter, met betrekking tot gemeenterekeningen zijn met name
door D'66, maar ik denk ook door anderen opmerkingen gemaakt dat er te weinig
aandacht aan wordt besteed, we kijken te veel vooruit en we kijken te weinig
terug. In de commissievergadering hebben we een poging gewaagd. Willen we op een
verantwoorde wijze tot het hanteren, tot het bespreken en tot het beoordelen
komen van verschillen zoals ook nu weer zijn gebleken dat ze kunnen bestaan in
een dienstjaar, dan is het van belang dat de financiële verslaglegging en de
manier waarop wij de stukken produceren toch gaat veranderen en met name dat
daaraan toegevoegd worden kenmerken om te kunnen meten wat we gepresteerd hebben
voor de verschillende budgetten. Die discussie is in gang en ik zou nogmaals de
hoop uit willen spreken dat we echt binnen de gestelde termijn -dan praat ik
over een jaar- een begroting tegemoet kunnen zien waarin voldoende
aangrijpingspunten liggen om een verantwoorde discussie over verschillen van
deze orde te kunnen voeren.
Wethouder MENNE: Ik ben het eens met wat beide heren hebben gezegd: ontluchten,
inderdaad, dat hebben we gedaan. Het is de vraag of we op de juiste plek hebben
ontlucht achteraf. Dat zal straks blijken en we zullen de vinger aan de pols
moeten houden. Ik heb al wel enkele signalen dat we ook op een bepaalde plek te
veel hebben ontlucht kennelijk. Maar goed, daar kom ik nog wel bij u mee terug.
Voor wat betreft het meten, wat de heer Van Gelder in het kader van Fimis dus
zegt, daar zullen we natuurlijk alle aandacht aan moeten geven. Alles natuurlijk
ook gericht op cijfers die meer actueel zijn dan tot heden. Dus u kunt mij daar
steeds aan houden, ik zal mijn uiterste best doen om die cijfers inderdaad zo
actueel mogelijk te doen zijn, opdat wij inderdaad, zoals de heer Pothuizen ook
terecht zegt, meer gaan lijken voor wat dat betreft op een bedrijf.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.