26 oktober 1988
- 9 -
moment is en was dat niet mogelijk.
Voor wat betreft de behoefte en de vragen die de heer Pothuizen heeft
gesteld denk ik dat het verstandig is om conform zijn wens te handelen.
Heer MEILOF: Met die schatting kan ik natuurlijk moeilijk akkoord gaan. Ik
heb ook bewust natuurlijk mijn vragen daarover ingediend in mijn algemene
beschouwing om het mogelijk te maken dat er iets meer feiten op tafel
kwamen op grond waarvan die schatting dan tot stand was gekomen. Ik vind
het jammer dat daar verder niets mee gebeurd is. Op deze manier kan ik hier
natuurlijk niet mee instemmen. We verwarren de procedures, we gaan een stuk
grond klaarmaken, we hebben geen geld om de bedrijven erheen te brengen. Of
we hebben al in ons hoofd dat we het eigenlijk niet zo belangrijk vinden en
dat we dus bewust te weinig geld opzij leggen, zodat er haast geen enkel
bedrijf heen kan en we het aan andere bedrijven kunnen verkopen. Ik denk
dat dat vreemd zou zijn, ik geloof ook niet dat dat uw bedoeling kan zijn,
maar ik zou het bijna gaan denken.
Wethouder PLOMP: Voorzitter, gezien dat laatste, dat de heer Meilof haast
iets zou gaan denken, moet ik toch daar wat aan doen. Ik zou niet willen
dat de heer Meilof slechte dingen ging denken, zeker niet in de geest van
de woorden die hij in deze begrotingsvergadering heeft gebruikt. Vandaar
dat gepoogd zal moeten worden om wat dat betreft hem wat meer informatie te
geven die op dit moment niet voorhanden is. Wellicht kan die achteraf
verstrekt worden. Maar gaat u ervan uit dat ook wij ervan uit moeten gaan
dat als gezegd wordt: dit is een schatting en die schatting betreft een
aantal bedrijven en dat lijkt redelijk, dat wij dat ook als zodanig toch
zullen moeten overnemen. Is dat voor u toch nog niet helemaal helder -en
dat is denkbaar- dan zeg ik u toch toe dat gepoogd moet worden om wat dat
betreft helderheid te geven. Alleen, daarvoor moet wel even iets gereed
gemaakt worden.
Heer MEILOF: Ik kan daar verder niets mee. Ik kan daar op deze wijze niet
achter staan, want ik geloof er niet in dat u hiermee het aantal
noodzakelijke bedrijven dat verplaatst moet worden weg kunt krijgen. Dat
lijkt mij ondenkbaar. Hier kan ik niet achter staan.
VOORZITTER: Ik stel voor de discussie af te ronden.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, met de
aantekening dat de heer Meilof geacht wil worden tegen te hebben gestemd.
10. Voorstel tot vaststelling van de "Bezoldigingsverordening 1988".
11. Voorstel tot vaststelling van de "Verordening Studiefaciliteiten".
12. Voorstel tot het weigeren van een ontheffing als bedoeld in artikel 1 van
de Zoneverordening Hinderwet voor het oprichten, in werking brengen en in
werking houden van een herstelinrichting voor pompen, bromfietsen,
motorvoertuigen en motormaaiers op/in het perceel Birkstraat 118 te Soest.
De voorstellen 10 tot en met 12 worden achtereenvolgens zonder discussie en
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
13. Voorstel tot het weigeren van een ontheffing als bedoeld in artikel 1 van
de Zoneverordening Hinderwet voor het oprichten, in werking brengen en in
werking houden van de stalling van circa 15 paarden op/in het perceel
Veenzoom 8a te Soest.