nr. 12
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente
Soest op donderdag 15 december 1988 te 19.30 uur.
Voorzitter: de heer mr. P. Scholten, burgemeester;
Secretaris: de heer W.P. de Kam.
Tegenwoordig de leden: J.A. Baks, G. Beijen, W.A. Blaauw, mevr. A.
Blommers-BiezenoC. Boerkoel, A.W. van den Breemer, J.J. EbbersJ.
van Esseveld, R.E. van Gelder, mevr. B.M. Gerritse-van Ee, mevr. J.
Greefhorst-van Overdam, F. Kingma, A.F.M. Krijger, R.A. van Logtenstein,
W.R. Meilof, J.L. Menne, J.Th. Oudemans, G.A.W.G.A. Plomp, mevr. W.A.A.
Stekelenburg-Ruitenburg, H. Strietman, mevr. A.D. Tomassen-Holsheimer
C. VerheusJ. Visser, mevr. M.J. Weidema-Woensdregt en R. Wijmenga.
Afwezig met kennisgeving de leden: mevr. A.M. Meijer en A.E.C. Pothuizen.
VOORZITTERIk open de vergadering. Met kennisgeving zijn afwezig de heer
Pothuizen en mevrouw Meijer.
Voordat ik het vergeet, zoals u weet is er een bijeenkomst gepland van alle
gemeenteraadsleden in Eemland. Ik heb net het bericht doorgekregen dat dat
zal zijn vanaf vijf uur 's middags op 22 maart. U krijgt daar nog bericht
over, maar als u het vast in uw agenda wilt zetten, dan zijn we niet te
laat
De agenda wordt aangevuld met één punt, namelijk de beëdiging van de tweede
loco-gemeentesecretaris in plaats van de heer Van Dongen.
Vaststelling van de notulen van de openbare vergadering van 24 oktober
1988 en 26 oktober 1988.
Heer VAN ESSEVELD: Mag ik daar nog een vraag over stellen? Anders worden de
algemene beschouwingen hier voorgelezen en dan komen ze ook in de notulen.
Nu is dat niet gebeurd. Hoe legt u dat nu vast?
VOORZITTER: In de vergadering heb ik gezegd, bij het begin van de
vergadering, dat de algemene beschouwingen deel zouden uitmaken van het
verslag. Ze worden bij deze notulen gevoegd. Dat wordt nu dus nog een keer
bevestigd en dat is bij deze dus het geval.
De notulen van beide vergaderingen worden ongewijzigd vastgesteld.
VOORZITTER: Dan de beëdiging van de heer Brunekreef als tweede loco-
secretaris. Ik verzoek hem hier voor mij te komen en ik verzoek u allen op
te staan. De heer Brunekreef legt de belofte af.
"Ik verklaar dat ik, om tot loco-secretaris benoemd te worden,
directelijk of indirectelijk, aan geen persoon, onder wat naam of
voorwendsel ook, enige giften of gaven beloofd of gegeven heb.
Ik beloof dat ik om iets hoegenaamd in deze betrekking te doen of te
laten, van niemand hoegenaamd enige beloften of geschenken aannemen
zal, directelijk of indirectelijk."
Heer BRUNEKREEF: Dat verklaar en beloof ik.
VOORZITTER: Dan de tweede belofte, die luidt als volgt:
"Ik beloof dat ik alle de plichten, die de wet, regelende de