2 3 -hting treden Heer VISSER: Voorzitter, ik ben blij dat de PvdA het initiatief neemt om dit agendapunt toch weer op de agenda te brengen. Ook ik was verbijsterd door de mededeling van het CDA dat zij inmiddels toch wel het Bremeentje willen doortrekken. Ongetwijfeld hebben zij destijds tijdens de verkiezingen stemmen gewonnen van christelijke mensen die ook vinden dat je rentmeester moet zijn over ons landschap dat ons van hogerhand is toevertrouwd. Wie schetst dan onze verbazing als ze op de fluwelen kussens zitten, dat het CDA dan omzwaait en zegt: ach, dat vergeten we even en laten we dan toch maar dat Bremeentje doortrekken en daar die kostelijke, goddelijke natuur verstoren door hondegeblaf en bromfietslawaaiIk vind dat ze dat maar hardop in de raad moeten zeggen en niet moeten proberen door een agendapunt terug te trekken hier onderuit te komen. Ik wil dat ze hardop vanavond hier nee tegen zeggen, zodat heel Soest kan horen hoe het CDA switcht van de ene kant naar de andere kant. nomen =n al Lj oen redenen Heer POTHUIZEN: Het is geen geheim, voorzitter, dat wij in principe de hele ruilverkaveling niet zien zitten. Daar hoeven we vanavond niet over te stemmen, wel om te proberen de bezwaren die we als het toch doorgaat hebben gerealiseerd te krijgen. In de commissie r.o. hebben wij van harte verklaard achter het standpunt van B&W te kunnen staan. We hebben daar de verrassing ondergaan die al door de heer Visser is geschetst. Ik denk dat de uitdaging die hij in zijn bewoordingen heeft geschetst een uitdaging is die ons allen eigenlijk op de lippen zou kunnen liggen en ik luister dan ook graag naar het standpunt van de eerder genoemde partij ift als condigd aee »n maar er door is wel lat lie :gen het de van het het met z,n waren en n daar ad die t het Heer VERHEUSIk weet niet of eerst het college antwoorden wil. VOORZITTER: Nee hoor, u mag nu even. Heer VERHEUSEr wordt ons namelijk verweten dat wij -ik citeer de heer Visser- nu wij op het fluwelen kussen zitten, het agendapunt afvoeren. Wij voeren dus niets af, want het is een voorstel dat het college doet en het is het goed recht van elke partij om daar door middel van een initiatiefvoorstel opnieuw op terug te komen. Dat recht wil ik niemand ontzeggen. Wat is het geval? In de vergadering van de commissie r.o. van november (het kan ook oktober geweest zijn, maar ik dacht dat het november was) heeft mijn fraktiegenootde heer Van den Breemer al duidelijk te verstaan gegeven dat wij in principe de mogelijkheid willen bezien in het kader van de vaststelling van het landinrichtingsplan, want we spitsen nu alles wel toe op de doortrekking van het Bremeentje, maar het gaat natuurlijk om meer dingen dan alleen maar het Bremeentje. Dat is een volkomen legitieme zaak. In het landinrichtingsplan zoals het er nu ligt, het concept althans, daar wordt de mogelijkheid om het Bremeentje door te trekken open gehouden. Het college heeft dus naar mijn mening de volkomen juiste weg bewandeld door nadat de commissie van advies en bijstand was gehoord te constateren dat er een ruime meerderheid was in de raad -in dit geval vertegenwoordigd in de commissie r.o.- die voor het indienen van een bezwaarschrift bij G.S. tegen dit verkavelingsplan geen bezwaar had, dus om het bezwaarschrift niet in te dienen. Die weg heeft het college gevolgd en ik denk dat dat een volkomen juiste zaak is. Het verbaast mij dan ook, hoewel ik dat recht aan niemand zal ontzeggen, dat er nu door middel van een initiatief voorstel getracht wordt deze zaak toch door te zetten in casu alsnog een bezwaarschrift in te dienen. U zult begrijpen dat wij van het standpunt dat we in de commissie verwoord hebben, niet afwijken. Nogmaals, in het kader van het landinrichtingsplan willen wij best de mogelijkheden bekijken die er dan zijn om te zijner tijd te beslissen of het Bremeentje doorgetrokken moet worden ja of nee. Als we nu het bezwaarschrift zoals het college het aanvankelijk wilde indien en nu dus door de PvdA wordt ingediend, zouden indienen en dat bezwaarschrift zou niet alleen ontvankelijk worden verklaard maar ook worden gehonoreerd, dan zou dat betekenen dat er voor dat Bremeentje voorlopig in elk

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1988 | | pagina 4