-11- meerjarenbegroting hebben. En ik moet dan constateren -dan kom ik toch even naar wat minder vet in de toekomst, ik blijf die zorg toch uitspreken- bij onze wensen tegen de horizon van alle heerlijkheden die wij ons toewensen, zie ik dan toch dat dat nog heel moeilijk is om dat te dragen. U ziet dat ook, daar is ook hier een daar een enkele opmerking over gemaakt. Dan zegt men: ja, maar we kennen de afgelopen jaren, daar was steeds toch uiteindelijk een overschot, het viel altijd mee. Ik zeg u dat na de ontluchting dat allemaal minder gaat worden. De meevallers nemen af, dat voorspel ik u. Mevrouw TOMASSEN: Dat voorspelt u al twee jaar. Wethouder MENNE: Nee, het is minder meer geworden in 1987. In zoverre is toch voorzichtigheid geboden. Dat is uit de cijfers al te destilleren. Naar inhoud hebben de meesten uwer gewezen op de keuze. Mevrouw Blommers zegt: dan moet u eerst maar eens met wat modelletjes komen, dan kunnen we kiezen, maar de vraag was in zijn algemeenheid gesteld, omdat we nu dus bezig zijn met de voorbereiding van de begroting. Waar moeten we meer accent leggen nog, moeten we nog meer snijden? En dan bedoelen wij als college toch ook wel het snijden van uitgaven in de zin van taken snijden, daar waar wij dus niet -zoals bij reiniging bijvoorbeeld- verplicht zijn de taak te realiseren. Er zijn natuurlijk verschillende zaken te noemen waar wij niet verplicht toe zijn. Moeten wij die gaan snijden of zegt u: zover hoeven we niet te gaan. Ik hoor dat graag in tweede instantie. Als het nodig is, zeggen bijvoorbeeld de PvdA, D'66 en eigenlijk ook het CDA, zijn de tarieven bespreekbaar. De meerderheid in de raad zegt dus: de tarieven daar komen we voorlopig nog niet aan, zover is het nog niet, het is nog niet gebleken dat het nodig is. Stel nu dat wij inderdaad taken die wij heden doen en die ook nog gewenst worden, die zelfs nog meer gewenst worden, moeten gaan afstoten om de tarieven gelijk te laten blijven, zegt u dan nog: de tarieven, daar moet je maar niet aankomen. Ik heb het dan over alle tarieven, even voor de duidelijkheid, alle inkomsten eigenlijk. We hebben aan gemeentelijke inkomsten dus 13 k 14 miljoen, behalve het uitkeringsfonds etc. Moeten we de koopkracht van de Soester burger handhaven, ook nog als we dan genoodzaakt zijn om in de taken te snijden? Ik hoor daar graag, voorzitter, in tweede instantie toch wat meer duidelijkheid over van de zijde van de raad, zonder op dit moment in te willen gaan op de modellen. Het kan in percentages, het kan in algemene modellen, maar de bedoeling van het college was om richting aan te geven bij de voorbereiding van de begroting. Dan Trema, verschillende van u hebben daar op gewezen. Het mag natuurlijk nooit zo zijn dat je, omdat je toevallig ook financiën in dezelfde portefeuille hebt, daardoor enige voorrang geeft aan iets wat ook in je portefeuille zit. Dat is heel moeilijk, maar dat moet je dan maar doen en volhouden dat dat niet kan. Als het kan, dan kan het en dan zullen we het doen, maar als het niet kan, dan gebeurt het niet. We zijn er nog eens ingedoken, in die problematiek. Wat was namelijk het geval? We hebben natuurlijk wat incidenteel geld, echter, geen structureel geld. Nu blijkt na doorvorsing van: is er nu een methode om af te komen van een nasleep, wachtgeldachtig of structurele nabetalingen indien de cursus na twee jaar zou stoppen, dat aan die nasleep, aan die structurele uitgave is te ontkomen. Vandaar -maar dat is nog puur vanuit de financiële optiek- dat wij dat van u in welwillende overweging zullen nemen. Ik zeg nog niet dat het college het overneemt, want ik ben daartoe niet bevoegd om dat hier te zeggen; de voorzitter zou eventueel de vergadering daarvoor moeten schorsen. Maar dat is nog niet gebeurd, dus ik kan hier nog geen toezegging

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1988 | | pagina 92