20 april 1989 - 20 - raden waar ik dit uit citeer. Dat is een brief die al vanaf 16 augustus 1988 onder mijn hoofdkussen ligt en die ondertekend is door de Gedeputeerde Staten van Utrecht. Met andere woorden: er zijn overheden, gelukkig, in dit land die u erop willen wijzen dat u een bepaalde volgorde in acht moet nemen. Dat staat hier ook zwart op wit in deze brief die al enkele maanden oud is. U moet namelijk eerst een nagaan of dit allemaal planologisch wel verantwoord is, of u ruimtelijke ordeningstoetsingen hebt gepleegd om erachter te komen of dit allemaal wel kan. En om dichter bij huis te blijven citeer ik het verslag van het bestuurlijk overleg met de gemeente Soest van 10 maart. De heer Plomp kon dat de vorige keer niet overleggen, in tegendeel, hij wist helemaal niet dat er een verslag was, hij dacht dat dat verslag ook nooit zou komen. Maar gelukkig heeft mijn collega fractiegenote, mevrouw Tomassen, het voor de raad ter inzage gelegd. Uit dat verslag blijkt toch wel dat permanente bewoning in appartementen een en ander duidelijk tot uitdrukking moet worden gebracht in het bestemmingsplan, mijnheer de voorzitter, en in het contract. Met andere woorden: wat u allemaal van plan bent hier te gaan doen vanavond voor de tweede keer, voor de tweede keer stoot u zich aan een steen en een ezel doet dat zelfs niet, voor de tweede keer gaat u proberen om het Soester Natuurbad voor een miljoen te verkopen aan iets dat Soest helemaal niet wil. Waarom 'legt u dat niet eerst voor. Ik krijg wel antwoorden van ambtenaren dat het allemaal al bij de burgers is voorgelegd, dat een en ander al bekend is en dat het alleen maar ingepast moet worden. Maar ik vraag u toch in alle gemoedsrust of u van plan bent -dat is een duidelijke vraag aan uw wethouder van ruimtelijke ordening- om het nog eens duidelijk aan de burgerij voor te leggen wanneer straks dat bestemmingsplan Landelijk Gebied dus herzien moet worden. Dat moet u dan niet vlak voor de vakantie doen, want dat is ook altijd zo'n leuke truc dat die dingen dan altijd, vlak voor de grote vakantie ter inzage worden gelegd. In het contract staat dat een en ander pas doorgaat wanneer planologisch de zaak rond is. Het zal u duidelijk worden dat Soest dit helemaal niet kwijt wil, dat er hele andere oplossingen zijn in plaats van het zwembadje dat we aan de Dalweg willen plaatsen. Iets heel anders is, voorzitter, het koopcontract zelf. Wat staat er namelijk voor een merkwaardige zinsnede in? "Indien de koper naast het in lid 1 omschreven bouwplan op het verkochte nog meer bebouwing wil realiseren is de gemeente gerechtigd voor dat gedeelte een aanvulling op de koopsom te vragen." Moet u zich dat eens even voorstellen. Ik las vandaag in de Amersfoortse Courant dat u bij het industrieterrein eenzelfde procedure pleegt, ook daar is de provincie niet zo gelukkig mee. Die vraagt zich af: hé, hoe kan dat? Soest heeft allerlei plannen die niet passen in het streekplan en toch wordt er land verkocht aan Foxboro die daar van alles wil. Ik vraag mij af of u op dezelfde manier dit soort dingen wil gaan doen. Hoelang bent u van plan dit vol te houden om, wanneer u een stukje grond verkoopt, dit soort dingen op te nemen? Ik citeer verder: "Indien partijen geen overeenstemming kunnen bereiken over de aanvullende koopsom, zal dit worden aangemerkt als een geschil, hetwelk zal worden beslecht door een drietal deskundigen." Nou, ik zie het al voor me. De heer Taphoorn gaat daar op dat terrein straks van alles doen en de gemeente zegt dan: ja, maar dan krijgen we nog geld van u, want dat hadden we niet afgesproken. Dan wordt er een drietal deskundigen benoemd. Dat is voor de heer Taphoorn natuurlijk Piet Ekel, dat is voor de gemeente Soest de heer Leijendekker en die twee wijzen dan samen -u raadt het al- Piet Daalhuijsen aan. En nu komt het: elke partij zal dus daarbij een deskundige aanwijzen, deze twee deskundigen zullen een derde deskundige aanwijzen en de door deze deskundigen vastgestelde aanvullende koopsom is voor partijen bindend. Dus wat geschiedt er straks? Je krijgt overal in de gemeente van die

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 103