20 april 1989 - 27 - gewoon, normaal bad op de Eng hebben we nodig. Heer POTHUIZEN: Voorzitter, naar aanleiding van de reactie van de PvdA dringt zich natuurlijk even technisch de vraag op of hetgeen ik u in motievorm heb gepresenteerd, zich ook in amendementsvorm in het voorstel zou laten verwerken. Ik zou eigenlijk aan u of aan uw secretaris willen vragen om ons daarover even van advies te willen dienen. Het is ons natuurlijk best wat waard als ook de PvdA zich hierachter zou willen scharen. Voor wat Progressief Soest betreft ben ik wat teleurgesteld, omdat ik dacht dat die het besluit mogelijk ook wel zou willen nemen. Maar misschien zijn die niet zo tegen verdere bebouwing op het natuurbadterrein. Mevrouw TOMASSEN: Wij zijn tegen het plan-Taphoorn gewoon en tegen een zwembad op de Eng. VOORZITTER: Ik denk dat we het heel simpel kunnen doen, technisch. We doen het naar mijn gevoelen zo, maar ik wil er wel even overleg over plegen met u: uitgangspunt is dat het meest vergaande voorstel het eerst wordt behandeld. Het meest vergaande voorstel dat afwijkt van het voorstel van het college is in feite dat van de heer Visser om het dus niet te doen. Dat wordt verworpen. Dat voorstel om het dus niet te doen wordt in feite ook gesteund door Ga ik nu in de fout? Heer VAN GELDER: Ja, dat denk ik wel. U heeft een voorstel gedaan en iemand die zegt dat hij tegen het voorstel is, doet niet een verstrekkender tegenvoorstel volgens mij VOORZITTERMaar ik probeer een weg te vinden om u te helpen in feite, door te zeggen: als het meest verstrekkende voorstel is verworpen, volgt het daarop volgende en daar kunt u dan voor zijn. Dat volgende is het voorstel inclusief de mening van D'66. Heer KRIJGER: Als het college het voorstel of de motie eens overneemt? Dan komt er een ander voorstel op tafel. Heer POTHUIZEN: Voorzitter, mag ik misschien als punt van orde proberen om zelf nu de knoop te ontrafelen? VOORZITTER: Nou, we zijn nog even bezig, we zijn met elkaar aan het overleggen, zoals u ziet. Het voorstel van de secretaris is om deze weg te volgen: neem een deel dat als uiteindelijk oordeel in de motie wordt geformuleerd, dus het tweede deel dat begint met 'draagt het college op' als onderdeel van het voorstel op. Dan denk ik dat er volstrekte duidelijkheid is. Heer POTHUIZEN: Ik ben het daarmee eens. Ik heb de WD- en de CDA-fractie horen uitspreken wat ze ervan denken. Dat ligt dus in de notulen vast en dat geeft mij inderdaad voldoende zekerheid. Heer VAN GELDER: Voorzitter, het voorstel om dat tweede deel in het voorstel op te nemen, wordt ook door mijn fractie ondersteund. VOORZITTER: Prima, dan zijn we eruit. Ik stel voor de discussie af te ronden. De zaken zijn duidelijk, ik denk dat de heer Visser geacht wil worden tegen te hebben gestemd.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 110