20 april 1989 - 33 - mee eensIk zal de gedachte meenemen in het college of dat misschien gecombineerd en nog wat nader uitgewerkt zou kunnen worden opdat wij hier gelijke monniken, gelijke kappen -dezelfde rechten voor de diverse commissies- houden. Wij doen hier een poging bij 3, maar nemen aan dat u dan met deze eerste aanzet wel akkoord gaat, met de belofte daarbij dat wij daar dus op terug zullen komen. Ik kan dus niet zeggen hoe de uitslag zal zijn, maar ik zal het meenemen in het college en we komen daar in een commissie op terug, dat zou kunnen in de commissie a.b.z. Punt 5 op dezelfde bladzijde, de aansluiting dependance publiekszaken Soesterberg. Ik kan niet anders zeggen dan wat hier staat het college ook meent dat het nodig is. Het is eerder ook wel aangegeven en ik wil u voorstellen toch dit collegevoorstel te ondersteunen. De opleidingskosten, daar zal over hoe dat nu precies uitpakt nog overleg plaatsvinden in het G.0. Na afweging daarvan zullen we zo nodig daar nog nader op terugkomen. Er is door het CDA een motie ingediend die vraagt te besluiten de subsidie aan Oud-Soest te verhogen tot een bedrag van 25.000,-. Daar moet inderdaad geen misverstand over zijn, het is correct zoals het hier staat dat niet 12.500,- op dit moment, maar 16.500,- wordt gesubsidieerd aan Oud-Soest per jaar. Wij, als college, hebben sympathie voor deze gedachte. Wij willen het ook wel ondersteunen, echter, wij menen dat het dan in de categorie van drie O's of voorrangsbeleid moeten worden geplaatst in het kader van de financiële discipline. Wij menen echter, ook mede gelet op de uitingen door u hier op tafel gelegd in de raad, dat wij bij het bespreken van de voorjaarsnota dit toch niet moeten honoreren. Hoezeer onze sympathie ook uitgaat naar de stichting Oud-Soest. Op een later tijdstip, met name bij de begrotingsbehandeling, zou dit natuurlijk wel kunnen. Op dit moment is het niet het moment. Dan de vraag van mevrouw Tomassen. Dat is al een eerder voorstel, ik kan mij herinneren dat ze dat al eerder heeft gevraagd, de maatschappelijk werkster, specifiek voor de Turkse mensen in onze gemeente. Als je dat zou doen, valt het voor het college ook niet onder de categorie van de drie O's, noch onder voorrangsbeleid, noch onder enorme hoge urgentie, onafwendbaar, onuitstelbaaretc. Dus dat zou dan, zo u dat wil, bij de begroting kunnen worden besproken en afgewogen. Mevrouw Tomassen vindt 251.000,- te laag, Dat hebben wij eerder ook al besproken, ik dacht ook in de commissie welzijn. Op dit moment staat dit bedrag er. Het is inderdaad een zorg of het bedrag dat overblijft voor Praatpaal, Molensoos en wat u genoemd heeft genoeg is. Dat is inderdaad een zorg en dat zal dan bij een latere gelegenheid opnieuw moeten worden afgewogen. D66 is akkoord en ook GPV/SGP/RPF is akkoord en heeft geen vragen gesteld voor deze instantie. Mevrouw BLOMMERSVoorzitter, nog even terugkomend op die commissiegelden. Ik ben blij dat u daar zo op gereageerd heeft. Ik waarschuw alleen voor het feit: u kiest nu een constructie en het is niet mijn bedoeling dat we het voor alle verdere commissies op dezelfde manier doen. Ik wil dat er eigenlijk eens even systematisch wordt nagedacht op welke wijze je bepaalde onkosten die mensen moeten maken, kunt vergoeden, of je dat in een subsidie moet doen, of in een budget moet doen. Dus laten we dit niet als een dwangmatig voorbeeld zien. Ik ga akkoord hiermee en als we bij de begroting komen tot een andere werkwijze, dan wordt dit gewoon aangepast. Wat betreft de verbinding met Soesterberg, wil onze fractie toch geacht worden daartegen te hebben gestemd. We vinden het op zichzelf een van de vele voorstellen die we hebben in de telefoonboeken, waarmee je inderdaad een stuk dienstverlening zou geven aan burgers in een bepaalde hoek van de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 116