20 april 1989
- 35 -
Mevrouw TOMASSEN: Mijnheer de voorzitter, het CMD kampt al jarenlang met
een tekort aan uren ten behoeve van hulpverlening aan onze buitenlandse
medebewoners van Soest. Als je de zorg voor de buitenlanders in onze
gemeente serieus wilt nemen, dan vinden wij dat je dit voorstel moet
honoreren. Wij willen dus die motie indienen, dat had ik nog niet gedaan.
VOORZITTER: De motie luidt als volgt:
De raad der gemeente Soest, in vergadering bijeen op 20 april 1989,
overwegende
dat uit schriftelijke informatie van de Stichting C.M.D. met
cijfers onderbouwd blijkt dat er grote behoefte bestaat aan
uitbreiding van het aantal uren voor de beroepskracht
maatschappelijk werk ten behoeve van de buitenlandse inwoners van
Soest en wel tot een volledige arbeidsplaats;
besluit
ter dekking van de kosten van de uren uitbreiding een bedrag van
30.000,-= voor 1989 beschikbaar te stellen;
en bij de begrotingsbehandeling voor het jaar 1990 voor dit bedrag
een structurele dekking te vinden;
en gaat over tot de orde van de dag.
De motie is getekend door mevrouw Tomassen en de heer Jan Visser en maakt
onderdeel uit van de discussie.
Heer BAKS: Voorzitter, wilt u dan voor de goede orde ook de motie die onze
fractie heeft ingediend, voorlezen?
VOORZITTERDaar zat ik op te wachten, op die vraag. De motie luidt:
De gemeenteraad van Soest, in vergadering bijeen op 20 april 1989,
overwegende
dat de Stichting Oud-Soest voor 1989 een subsidie is toegekend van
12.500,- en 4.000,=, samen 16.500,=
dat de vaste lasten van de stichting voor het in stand houden van
het museum 25.000,= bedragen voor het jaar 1989;
dat de gemeenteraad waarde hecht aan een gezonde exploitatie van
het museum;
besluit
voor het jaar 1989 het subsidiebedrag voor de Stichting Oud-Soest
te verhogen tot 25.000,= en daarvoor een incidentele aanvullende
subsidie ad 8.500,= toe te kennen;
en gaat over tot de orde van de dag.
De motie is namens de CDA-fractie getekend door de heer Baks en maakt deel
uit van de discussie, al een tijdje.
Heer BAKS: Voorzitter, ik zou met alle respect voor ieders sympathie voor
de motie namens mijn fractie toch nog een appèl willen doen om die
sympathie om te zetten in daadkracht. Mevrouw Blommers en de andere
fracties hebben gereageerd dat het aan de orde zou moeten komen bij de
begrotingsbehandeling. Het gaat hier om een incidentele uitgave voor 1989.
De begrotingsbehandeling gaat natuurlijk over 1990. Ik wil de raad toch
wel wijzen op een aantal uitspraken, gedaan door een door ons ingestelde
commissie van mensen die bestaan uit ons midden. Dat gaat over een
raadsvoorstel dat later in de avond aan de orde komt, het beroepschrift van