29 juni 1989 - 22 - gisteravond geloof ik een uur aan besteed en dat moet voldoende zijn, maar we kwamen er niet helemaal uit. Wij vinden dat het gemeentebestuur coulanter moet zijn ten opzichte van Van der Hucht en ook het andere lokaal moet voorstellen om dat te laten bekostigen door het rijk. We hebben dat gisteravond duidelijk uiteen gezet, ik wil het alleen hier ter wille van het raadsbesluit nog even in het kort herhalen. Van der Hucht heeft twee noodlokalen destijds zelf bekostigd om de zaak zo dicht mogelijk bij elkaar te houden. Ik vind dat wij daar een klein beetje misbruik van maken en nu zeggen: je kunt er nog steeds één bekostigen en de andere zullen wij dan doen. U heeft in die brief kunnen lezen dat Van der Hucht met allerlei instanties overleg heeft gepleegd, dat het er waarschijnlijk toch zo uitziet, ook bij het ministerie, dat ze Van der Hucht gelijk geven. Waarom dan niet het zodanig gedaan dat wij het bestuur van de Van der Huchtschool steunen door die twee lokalen te fourneren en dan zien we wel verder als het ministerie het afwijst. Wat gaat er nu gebeuren? Van der Hucht tekent daar beroep over aan en straks krijgen wij het lid op de neus dat Van der Hucht gelijk heeft. Dat denken wijdus wij zouden alsnog graag het voorstel ten gunste van de Van der Huchtschool zodanig gewijzigd willen zien. Verder verwijs ik naar het gesprek van gisteren. Heer BAKS: Mijnheer de voorzitter, zoals de heer Blaauw al zegt gaat het bij dit raadsvoorstel om de vraag of de Van der Huchtschool in Overhees op grond van artikel 70 van de WBO en het bekostigingsbesluit door ons een voldoende aantal vierkante meters krijgt toegerekend. Immers, we vragen bij de minister uitbreiding van het onderwijsleerpakket, meubilair en lokaalruimte voor de tiende groep. Graag wil ik in mijn antwoord op die gestelde vraag de brief van het bestuur van de Van der Huchtscholen betrekken. Het bestuur van de genoemde stichting vraagt in haar schrijven om aanpassing van het raadsvoorstel, omdat in haar optiek van een onjuiste berekening wordt uitgegaan. Toen in 1985 de Van der Huchtschool een dependance kreeg toegewezen in de Wegwijzer in het kader van de leegstandbepaling, was op dat moment voldoende aantal vierkante meters aanwezig. Op grond van voor haar legitieme motieven besloot het bestuur van de Van der Huchtschool in 1986 de dependance te verlaten en bij de permanente lokatie aan de Libel voor eigen rekening en verantwoording twee noodlokalen te plaatsen. Later, toen een negende groep gevormd werd, werd van gemeentewege een noodlokaal geplaatst, zodat het aantal vierkante meters op basis van negen groepen in overeenstemming was met het bekostigingsbesluit. Echter, vanaf 1986, voorzitter, is de feitelijke situatie niet in overeenstemming met de formele. Immers, formeel maakt de Van der Huchtschool Overhees vanaf 1985 op papier gebruik van twee lokalen van de Wegwijzer, op grond waarvan ook bekostiging plaatsvindt. Dat betekent in de ogen van de CDA-fractie dat er geen sprake is van een onjuiste toerekening van het aantal vierkante meters, zij het dat nog steeds de stichtingskosten van de voor eigen rekening neergezette noodlokalen achterwege zijn gebleven. Nu dient zich een nieuwe situatie aan. Op basis van artikel 70 dienen wij als raad een beslissing te nemen over de aanvraag voor de bekostiging van een tiende groep. De CDA-fractie ondersteunt die aanvraag om die tiende groep te bekostigen, maar waar de huisvesting dient te worden gerealiseerd dient ingevolge de WBO het college dan te bepalen. De CDA-fractie is van mening dat zij slechts het college hierin kan adviseren en wenst niet te treden in de beslissingsverantwoordelijkheid en de bevoegdheid van het college. In ons advies aan het college willen we een aantal zaken meegeven ter overweging.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 197