29 juni 1989
- 29 -
vacatures geen vrouwen meer zouden worden verlangd. Dat is natuurlijk niet
zo. Daar zijn wel bepaalde geluiden in het veld, maar wij kiezen steeds de
beste. Dat houden we vol, tenzij u zegt dat het niet zo moet, dan wacht ik
dat graag in tweede instantie af.
Tweehoofdigheid. Dat is nu een onderwerp dat in het brandpunt van de
belangstelling staat. De heer Blaauw heeft even de minister iets verkeerd
aangehaald. Het is zo dat de minister heeft gezegd: wij kunnen met die
tweehoofdigheid wel uit de voeten, we zullen de besturen de mogelijkheid
geven om tot tweehoofdigheid te besluiten. Dat kan men dan dus doen.
Echter, in onze gemeente hebben we die mogelijkheid nog niet. Maar wij gaan
dus ook even naar het veld luisteren en daar zijn we op dit moment mee
bezig. De meningen in het veld liggen wat verschillend. Dat moeten we even
afwachten, wat daar precies uitkomt. Die democratische gang van zaken
zullen we dus even tot een goed end moeten brengen en dan komen we daar zo
spoedig mogelijk, conform onze beginselen, op terug.
Voor wat betreft de samenwerking tussen het bijzonder en het openbaar
onderwijs kunnen we verwijzen naar de nota, waar staat dat we om het jaar
samen een studiedag, bijeenkomsten zullen houden. Dat hebben we afgesproken
en ik denk dat dat een samenwerking is waar we ook mee door moeten gaan. We
hebben dat in het verleden ook al eens gedaan, nog niet zo structureel
steeds terugkomend, maar dat zullen we in de toekomst regelmatig gaan doen.
Dat hebben we ons voorgenomen.
Ik heb van de heer Baks begrepen dat hij op het punt van de roldoorbrekende
onderwerpen, de roldoorbrekende kant van het onderwijs en wat daar allemaal
bij te pas komt, ondersteunt wat de heer Meilof daarover heeft gezegd. Ik
neem aan dat dat namens de fractie is. Of is dat persoonlijk?
Heer BAKSNee, dat heeft u goed begrepen. Dat heb ik ook gezegd, onze
fractie ondersteunt de opmerkingen die de heer Meilof daarover heeft
gemaakt. Dat betekent dat ook wij graag die passage uit de onderwijsnota
zouden willen hebben.
Heer MEILOF: Voorzitter, ik leg zo nog wel even uit wat ik gezegd heb, want
hij begreep het niet helemaal.
VOORZITTERMijnheer Mennedit was even een uitstapje naar het veld. Ik
zou zeggen: zet uw beantwoording voort. Of was u klaar?
Wethouder MENNE: Ik heb dus begrepen van de heer Blaauw dat hij het woordje
concept weg wil hebben. Dat ben ik ook met hem eens. Dat zullen we doen.
We zullen er nog een inleiding, die verder geen nieuwe beleidsaspecten
heeft, aan toevoegen als voorwoord en dan zullen we de nota als definitief
behandelen, waarbij ook afgesproken is dat voor wat betreft de
actualisering van met name de bijlagen de mogelijkheid er is om die
losbladig steeds in de toekomst bij te houden.
Nu dacht ik dat ik een vraag van de fractie met de twee mannen vergeten
was
Heer POTHUIZEN: Terecht. Voorzitter, dat geeft mij de gelegenheid om uw
eerste instantie compleet te maken. Ik heb u nog gewezen op de mogelijkheid
van het besturen via een artikel 61-commissie en gevraagd of u de
ervaringen op dat vlak eens aan ons wilde meedelen.
Wethouder MENNE: Als het nog even mag, voorzitter. U heeft de boel wel goed
in de hand, het gaat goed.
Het is zo, wij hebben aan het begin van deze vierjarige periode, dat is dus
nu ruim drie jaar geleden, afgesproken het aantal commissies te beperken.