20 juli 1989
- 19
6 van hoofdstuk IV, op pagina 22 van de notitie spitst u deze kinderopvang
helemaal toe op onze verantwoordelijkheid als werkgever ten opzichte van
de employés van onze gemeente. Daar zijn we het natuurlijk wel mee eens,
maar over de door de Soester Zakenkring gemaakte opmerkingen zegt u in het
voorliggende voorstel alleen deze opmerkingen voor kennisgeving aan te
nemen. Wij denken dat het gemeentelijk bestuur een wat concretere verant
woordelijkheid heeft. Naar onze mening zijn de ouders zelf de eerst
verantwoordelijken voor het regelen van de opvang, maar de overheid heeft
wel de taak waar nodig voorwaardenscheppend te helpen bij het particulier
initiatief. In dit licht verwachten wij ook van u de behandeling van
verzoeken van particuliere burgers of groepen en wij vragen u dit ook mee
te nemen in het beleid. Deze opmerkingen zijn niet bedoeld om overheids
middelen, gemeentelijke middelen aan te spreken, want wij denken dat die
alleen gericht moeten zijn op steun aan de minst draagkrachtigen in onze
samenleving
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, ik zou graag antwoord willen geven
op de vragen die zijn gesteld met betrekking tot het nieuwe industrie
terrein aan de Nieuwe Gracht. Het beleid van de gemeente is, zoals eerder
verwoord, om daar milieuhinderlijke bedrijven naartoe te brengen en verder
te kijken hoe wij de lijst met andere Soester bedrijven die daar naartoe
zouden willen, zouden kunnen inkorten door de gelegenheid te geven daar
naartoe te gaan. Voor wat betreft de opmerking dat wij zouden moeten
reserveren denk ik dat het verstandig is om daarover nader van gedachten te
wisselen. Als je gaat reserveren kunnen bepaalde zaken niet doorgaan en dan
moet je wachten tot iemand zich meldt. Ik ben het met u eens dat we het
niet zo zouden moeten doen dat een open stuk industrieterrein te lang
ongebruikt blijft. Dat is juist, ik denk dat we dat in ieder geval moeten
nastreven. Anderzijds is het zo dat wij in het streekplan recht hebben op
acht hectare en dat het huidige nieuwe terrein daar nog onder blijft. Wat
dat betreft zal er voor de langere termijn natuurlijk ook nog een discussie
moeten plaatsvinden hoe we de restant hectaren in Soest moeten kunnen
vinden
Wethouder KINGMA: Voorzitter, een opmerking richting de heer Pothuizen over
de werkervaringsplaatsen en het leerlingwezen. Ik denk dat we zijn
opmerking meenemen en de mogelijkheden zullen bezien bij verdere concrete
plannen.
Voor wat betreft de opmerkingen van de heer Wijmenga als het gaat over
kinderopvang en de reactie van de Soester Zakenkring, geldt denk ik dat u
weliswaar een duidelijke reactie heeft gezien op de opmerkingen van de
Soester Zakenkring, maar tegelijkertijd er een net iets later binnen
gekomen brief van het FNV was die een opmerking ook over hetzelfde
onderwerp maakteDaarop is ook gereageerd en ik denk dat u die antwoorden
aan elkaar moet knopen om tot het totaalantwoord te komen dat u
waarschijnlijk nodig heeft. Als u zegt: kinderopvang als er particulier
initiatief is moet ondersteund worden, c.q. steun krijgen van de gemeente,
dan denk ik dat het duidelijk is dat daar waar het tot onze mogelijkheden
behoort, wij dat doen. Ik moet zeggen dat wij daar de afgelopen tijd ook
druk mee doende zijn geweest. Tegelijkertijd duidt u heel voorzichtig op
iets dat per 1 januari in ieder geval geldt, dat er een nadrukkelijke
stimuleringsregeling vanuit het rijk is om kinderopvang structureel te
regelen. Daarvoor gaan aanzienlijke bedragen naar de afzonderlijke
gemeenten. Op dat onderwerp en de manier waarop dat gerealiseerd en
ingevuld zal moeten worden, komen wij nog nader terug. Daar valt op dit
moment geen zinnig woord over te melden.