20 juli 1989 - 20 - Heer BOERKOEL: Mijnheer de voorzitter, ik heb een opmerking over datgene wat wethouder Plomp geantwoord heeft over het terrein Nieuwe Gracht. In een eerdere discussie in deze raad over de exploitatie van Nieuwe Gracht is nadrukkelijk gesproken over het feit dat we het zouden bestemmen voor het verplaatsen van milieuhinderlijke bedrijven. Als dan nu plotseling gezegd zou worden: naast die verplaatsing en als dat niet direct lukt, gaan we terreinen aan anderen uitgeven, dan denk dat dat in tegenspraak is met datgene wat we hebben afgesproken ten aanzien van het Nieuwe Grachtterrein. Als de wethouder dan zegt: we hebben acht hectare, maar we hebben er nu maar een gedeelte van gebruikt, dan zal ook de wethouder zich herinneren dat het niet van een leien dakje ging om toestemming te krijgen voor de hectaren die we nu ter beschikking hebben. De hectaren die nog op de planning staan die zullen zeker een maatschappelijk gezien nog minder draagvlak hebben, dus nog grotere problemen opleveren. Ik vind dus dat we erg voorzichtig moeten zijn in het te vroeg uitgeven van terrein op het industrieterrein en dat we het erg nadrukkelijk moeten bewaren om milieu- hinderlijke bedrijven te verplaatsen. Wethouder PLOMP: Voor alle duidelijkheid, mijnheer de voorzitter, het terrein waar we nu over praten zal omstreeks vijf hectaren groot zijn. Van die vijf hectaren die we nu hebben en waar we over spreken, is op dit moment 0,9 hectare bestemd voor de verplaatsing van milieuhinderlijke bedrijven. Het is dus zo dat, zoals ik net al zei, wij zullen proberen die 0,9 hectare in te vullen met milieuhinderlijke bedrijven die wij op een lijst hebben staan. Als je vijf hectaren hebt en je hebt er ongeveer één afgehaald, dan hou je er vier over. We hebben een lijst en op die lijst staan ook nog een aantal andere Soester bedrijven. Het ligt dus voor de hand dat wij uiteraard de Soester milieuhinderlijke bedrijven en de Soester milieuvriendelijke bedrijven zouden willen helpen zodra dat kan. Reserveren zou natuurlijk zeer vreemd overkomen. Als Soester bedrijven zien dat er terrein vrij is in de verdeling die ik dus net liet zien, is het niet verstandig om Soester bedrijven die daar naartoe willen, dat te beletten. In dat kader heb ik gezegd dat als wij het dan over een reservering hebben, wij kunnen kijken naar het streekplan waar wij naast de vijf hectare waar het nu over gaat nog drie hectare zouden moeten vinden. Daarover, heb ik gezegd, zouden wij dan een discussie kunnen hebben. Mijnheer de voorzitter, ik denk dat dat zeer duidelijk is. H z i h v h t m g z o k W b d c E o k W v b t m n d m m a: k' S, u P' P< VOORZITTER: Ik mag aannemen dat de heer Boerkoel na deze toelichting akkoord is. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 21. Voorstel tot het herbenoemen van bestuursleden in de "Stichting voor Voortgezet Onderwijs in de gemeente Soest". VOORZITTER: Voor het stembureau: mevrouw Greefhorst en de heer Boerkoel. De briefjes worden rondgedeeld. VOORZITTER: Dames en heren, met algemene stemmen zijn mevrouw Strobosch- Sprengersde heer De Block en de heer De Jong gekozen. Het voorstel is met algemene stemmen aangenomen. 22. Voorstel tot het verlenen van medewerking aan de realisering van de ombouw van de AROS tot lokale omroep en het afgeven van de verklaring dat de programmaraad representatief is voor de Soester bevolking. H< v< b< Pi w: m< u: V ai hf dc be tc me bf de de we dc

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 233