20 juli 1989
- 21 -
Heer WIJMENGA: Mijnheer de voorzitter. Wij hebben binnen de fractie de
zaken nog eens allemaal op een rij gezet en zwaar overwogen. Als conclusie
is daar uitgekomen -dat wil ik al bij voorbaat zeggen- dat wij het niet
helemaal eens zijn met het collegevoorstel, maar dat we het overigens wel
vergaand willen volgen. Wij wilden bij een eerdere behandeling geen valse
hoop wekken door een activiteit startgeld te geven, verwachtend dat de
tekorten zo hoog zouden oplopen dat binnen enkele jaren een beëindiging zou
moeten plaatsvinden. U, mijnheer de wethouder, en de AROS blijven ons bijna
garanderen dat wij daarvoor niet bang hoeven te zijn. Dat is een van de
zaken. Daarnaast speelt bij ons een rol de grote waardering die AROS in
onze samenleving geniet. Het werk van de AROS betekent langzamerhand zeer
veel voor veel zieken en ouderen. Dit brede maatschappelijke draagvlak
kunnen we maar niet zo voorbijgaan, menen wij.
Wel willen we uitdrukkelijk stellen dat wij ons op geen enkele wijze willen
binden wat de toekomst betreft aan verwachtingen omtrent de verhoging van
de gemeentelijke bijdrage als de tekorten toch te groot worden. Zoals het
college zegt ontstaat dan een totaal nieuwe toestand, ook voor ons.
Eigenlijk hadden we ook -dat was een ander argument- liever een regionale
opzet gehad, maar we hebben begrepen dat die in geen jaren zal kunnen
komen
Wel hebben we, mijnheer de voorzitter, moeite met de dekking die wordt
voorgesteld middels CAl-potjes of het CAI-tarief. Wat het CAI-tarief
betreft heb ik al eens een raadslid horen zeggen geen bezwaar te hebben
tegen deze verhoging omdat het maar om het drinken van een paar biertjes
minder gaat. Maar uit dezelfde hoek heb ik horen roepen, toen het om een
nog lagere verhoging ging van dit tarief, dat het teveel werd voor de minst
draagkrachtigenWij willen ons van dit soort argumentatie wat losmaken,
maar wij denken dat we de dekking zonder meer van dit geval uit de algemene
middelen moeten halen. Dat betekent dat we deze activiteit met de vele
andere willen afwegen, vele andere goede dingen die wij in de gemeente
kunnen doen willen afwegen tegen het nut dat we wensen te bereiken.
Samenvattend betekent dit dat u mijn fractie achter uw voorstel krijgt als
u de onderdelen b. en cterugneemt en bij punt a. duidelijk 50.000,=
per jaar structureel uit de algemene middelen ter beschikking stelt. Met
punt d. in uw voorstel hebben wij geen enkele moeite.
Heer POTHUIZEN: Voorzitter, mijn fractie maakt even onderscheid tussen de
voorstellen a. b. en caan de ene kant en d. aan de andere kant. Met
betrekking tot voorstel d. te verklaren dat de samenstelling van de
programmaraad representatief is voor de Soester samenstelling, daar hebben
wij geen moeite mee, daar willen we mee akkoord gaan. We hebben meer
moeite met de voorstellen a. b. en c. waar die enerzijds betreffen een
uitgave ten laste van de algemene dienst en anderzijds het verhalen daarvan
op de burger. Wij menen dat er maar één moment is -eigenlijk twee hebben we
afgesproken, de voorjaarsnota zou je een beetje mee mogen tellen, maar voor
het overige is er echt maar één moment- waarop we dat soort afwegingen, wat
door de vorige spreker in het geding wordt gebracht, maken en dat is bij de
begrotingsbehandeling. We hebben ook een ijzeren wethouder van financiën,
toevallig van dezelfde partij als de vorige spreker, die ons daar regel
matig aan probeert te houden. Ik denk dus dat hij op onze steun wat dat
betreft kan rekenen. Wij vinden dat dit soort omroepen niet zomaar even op
de burger verhaald moet gaan worden en zeker niet als dat gebeurt op dat
deel van de burgers dat toevallig een abonnement op de CAI heeft, terwijl
we zeker weten dat anderen ook profijt zullen hebben van deze omroep, maar
dan kennelijk geen aanslag krijgen.