20 juli 1989 - 30 - aantal rapportages (de vertrouwelijkheid was toen ook al niet zo groot, dacht ik) 1987, 1988 en 1989. Niks nieuws. Daarom zullen we nu kort zijn over het nu voorliggende, zeer voorzichtig geformuleerde voorstel. Voorzichtig geformuleerd, omdat u alle "maren" nog betrekt bij een discussie in september als daadwerkelijk wordt besloten het te voteren krediet te gaan gebruiken. Mijn fractie houdt ook rekening met de vele voorstanders van het nieuw te bouwen zwembad. Vergeten wordt zo makkelijk dat voorstandersals zij zich herkennen in het gemeentelijk beleid, geen reden zien te hoop te lopen tegen het gemeentelijk beleid. Als dan een aantal representatieve organisaties, waaronder ouderenbonden en direct gebruikers, zich duidelijk voor het nieuwe zwembad uitspreken, nemen wij dat mee in onze besluitvorming. Hoewel in de kop van uw voorstel staat commissie r.o., is het nu voor liggende voorstel vooral financieel van aard. Het bevindt zich voor wat betreft de dekking binnen de door de raad aangegeven begrotingen. Immers, de opbrengsten en de exploitatiebedragen voor de huidige zwembaden, worden vertaald naar de nieuwe situatie. Er wordt door ons niet opnieuw daar een dekking voor gevraagd. Het is wel een schot voor de boeg. Als mocht blijken dat privatisering -er zijn een aantal mensen die nog willen praten- voor wat betreft de exploitatie duurder is dan zelf doen, dan moeten wij het zelf maar doen. Wij geven geen extra financiële middelen om het koste wat het kost te privatiseren. Dat doet de WD niet! Heer POTHUIZEN: Mijnheer de voorzitter, de collegeplannen voor een nieuw zwembad zijn prachtig. Dat menen wij oprecht, al hoeft er voor ons geen sporthal bijMaar de plaats waar het moet komen is verkeerd en helaas is ook de vraag actueel of die plannen niet een paard van Troje zijn voor de gemeentehuishouding van 1991 en volgende jaren. Eerder hebben we hier over dit project gepraat in juni 1988, we hebben over de planologische aspecten van het bouwen aan twee kanten van de Dalweg gesproken in augustus 1988, over een stukje grond in Dalweg-zuid in september 1988. Belangrijk was vooral de vergadering van juni 1988. In de notulen van die vergadering kunt u vinden dat ons standpunt was -ik zal het kort samenvatten-: als het even kan, voorkom een zwembadloze periode; kies daarom voor een nieuw bad niet een omstreden lokatie (we weten dat Dalweg-zuid wel een omstreden lokatie is) en onderzoek als alternatieve lokatie Klein Engendaalook al uit een oogpunt van bereikbaarheid. We weten hoe het is afgelopen, er werd door uw college geen aanleiding gezien naar een alternatief te kijken, omdat CDA en WD de kar toch wel trokken. Mijn fractie stemde tegen het collegevoorstel voor een voorbereidings- krediet. Ook in augustus hadden we een probleem met een aanvankelijk ongesplitst voorbereidingsbesluit voor het hele Dalweggebied. Gelukkig gaf uw voorganger ons de mogelijkheid om gesplitst te stemmen, zodat we wel voor Dalweg-noord, maar tegen Dalweg-zuid konden stemmen. Toen we over grondaankoop moesten praten in Dalweg-zuid konden we dus ook tegen stemmen, omdat we het nut daarvan niet zagen. Nu dus dit zwembad. De zomer is uitgebroken en als een duiveltje uit een doosje is het weer op tafel gekomen. Op 4 juli besluit het college dat de raad op 20 juli een krediet moet voteren. De voorwetenschap die de raad voor die beslissing behoeft, komt dan op vrijdagavond 7 juli ter beschikking, voor een gedeelte thuis bezorgd en de rest in het weekend te bekijken, 8 of 9 juli of later op het gemeentehuis. We hebben in een bedroevend ordedebat op 16 juni vorig jaar ook over de vraag gedebatteerd of je zo nu moet omgaan met de raad en helaas ontaardde dat in een modder- smijterij die ik nu maar niet opnieuw ga starten. Ik zal mij beperken tot de vaststelling dat het eigenlijk onaanvaardbaar is om het voorstel nu te behandelen en te volgen. Ik heb er een formele en een

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 243