10 -
23 oktober 1989
- 21 -
end
van
r in
■an
e in
D66
rorm
Lijn
1
i
ie
ir ik
iat
ür
gt,
Ljn,
es
bt
Door
cursussen voor ouderen in het algemeen, tarieven en afstemming met andere
instellingen. Ik denk dat in de komende tijd zal kunnen blijken dat juist
door daar eens wat meer aandacht aan te geven, de tweede trap in dat
opzicht tegen die bal al is gegeven en dat het mogelijkerwijs kan leiden
tot het beschikbaar komen van middelen uit dingen die nu aan andere
cursussen worden uitgegeven, zodat aan de door u bedoelde cursussen het
nodige geld beschikbaar kan komen.
U heeft ook een opmerking gemaakt over de SWOS en het al dan niet goed
functioneren daarvan. Het is u en ons bekend dat daar een discussie intern
over gaande is. Mijn stellingname tot nog toe is geweest dat ze dat vooral
intern moeten doen en als ze het met elkaar eens zijn -en daar gaat het
tenslotte om, want zij doen het werk in het veld- dat dan het resultaat
graag besproken wordt met de gemeente. We kunnen dan kijken waar we een
helpende hand kunnen bieden en er zaken veranderd moeten worden. Dat moet
dan ook besproken kunnen worden op een manier die ervan uitgaat dat we
proberen er allemaal het beste van te maken.
Uw opmerking over de warme maaltijd kan ik mij heel goed voorstellen. Het
is net of die ene warme maaltijdcontainer van vorig jaar de hele tijd op en
neer gedragen wordt tussen Molenschot, gemeente en SWOS. Nu zegt u
waarschijnlijk: doe hem eens open en laat eens zien wat erin zit. Nou, de
situatie is niet veel anders dan vorig jaar.
Heer POTHUIZEN: Of ik zeg dat uw antwoord over de SWOS misschien wat anders
moet luiden.
Wethouder KINGMA: Nou, dat merk ik dan wel. Ten aanzien van de warme
maaltijd geldt dat het bestuur van Molenschot in eerste instantie heeft
gereageerd dat men binnen het budget geen mogelijkheden zag om tot een
prijsverlaging over te gaan. Daarop is gezegd: bekijk dan toch maar eens,
met name in de sfeer van middelen voor flankerend beleid in hoeverre er
mogelijkheden zijn. Van de SWOS zijn de gebundelde aanvragen bij de
gemeente gekomen. Van de kant van de SWOS waren er opmerkingen dat men
daaraan geen prioriteit moest geven. Die projecten zijn besproken in de
commissie ouderenbeleid. Daar is geen opmerking over gekomen, dus de
commissie ouderenbeleid is het daar ook mee eens. Dat leidt er dus op grond
van de huidige gegevens toe dat de situatie niet anders wordt dan die nu
is. Daarbij is een belangrijk argument dat men in ieder geval in het veld
oordeelt dat de maaltijdprijszeker die van 7,00 redelijk is. Daar kan
de politiek anders over denken, maar ik begrijp dat in ieder geval degenen
die nu voor de uitvoering van het beleid verantwoordelijk zijn, vinden dat
de politiek dan ook maar het benodigde geld daarvoor extra buiten de tot
nog toe beschikbare middelen zou moeten leveren. Het enige wat op dit
moment te melden valt is dat men op zich wil bezien in de voorbereiding op
de begroting van de werkgroep warme maaltijden voor 1991 -dat wil dus
zeggen dat dat voor 1 mei is- of bijstelling van de inkomensgrenzen kan
leiden tot een situatie die enigszins werkt in de richting zoals u ook
bedoelt, door middel van verlaging van de maaltijdprijsMaar dat moeten
we dus nog afwachten.
Dan nog over de moties, voor zover in dit verband van belang. Ten aanzien
van de motie om voor drie jaar 8.000,- beschikbaar te stellen voor de
Gruthut, met ingang van 1990 is het voorstel van het college om daar in die
zin op te reageren dat er mogelijkheden voldoende zijn binnen het wacht
geldfonds om die middelen daaruit beschikbaar te stellen.
Datzelfde geldt bij nader inzien ook voor de motie van Progressief Soest
voor de volledige formatieplaats voor maatschappelijk werk voor
minderheden bij het Centrum Maatschappelijke Dienstverlening.
Ik denk dat ik alle antwoorden die ik had moeten geven, heb gegeven,
5
51