16 februari 1989
- 6 -
dus niet zo dat wat dat betreft gesproken kan worden van gelden die van de
ene vereniging worden afgepikt om aan de andere te geven. Al zou dat wel
zo zijn, dan zal de heer Boerkoel het begrip "solidariteit" goed begrijpen
en dan zou hij het in dat licht kunnen stellen en zeggen: de solidariteit
van de ene vereniging ten opzichte van de andere zou dat wellicht mogelijk
maken. Ik begrijp dat u het niet in dit licht wenst te stellen, vandaar
mijn eerdere uitleg. Ik denk dus dat de benadering zoals de heer Boerkoel
die pleegt niet de benadering is en mag zijn, omdat wij gezamenlijk
proberen sportfaciliteiten in deze gemeente tot stand te brengen en dat
daar gelden voor nodig zijn. Als daar besparingen kunnen worden bereikt,
dan kunnen wij die prima gebruiken voor plekken waar wensen zijn, in dit
geval het BentinckfondsEr is dus geen enkele reden om aan te nemen dat
S.0. Soest hier voor het Bentinckfonds betaalt.
Verder is het zo dat voor wat betreft S.0. Soest is afgesproken, heel
duidelijk, dat nadat is bezien welke besparingen er op het onderhoud kunnen
worden gepleegd, gepoogd gaat worden om binnen de afspraken tot een
maximumbedrag van 7.000,= een bijdrage van S.0. Soest te vragen. Ik denk
dat dat in prima onderling overleg is afgesproken. Mochten zich daar
problemen mee voordoen, dan zijn die bespreekbaar.
Heer BOERKOEL: Mijnheer de voorzitter, ik vind het prima dat het
Bentinckfonds een openlucht accommodatie krijgt. Goed zou het zijn als in
het volgende voorstel dan ook de koppeling gelegd zou worden naar de min of
meer overdekte accommodatie die het Bentinckfonds gebruikt voor het
overdekt handboogschieten aan het sportpark van de atletiek. Weliswaar geen
gemeente-eigendom, maar toch iets dat het Bentinckfonds gebruikt. Misschien
kunt u dat meenemen dan.
Solidariteit, mijnheer de voorzitter. Ik denk dat de PvdA heel goed weet
wat dat is en ik wil de heer Plomp daar nog wel een keer wat van vertellen.
Als het gaat over de centen die S.0. Soest moet betalen, dan denk ik dat
het antwoord onvoldoende is. Als u in eerste instantie aangeeft dat het
voordeliger is, kunt u niet tegelijkertijd zeggen dat een vereniging meer
moet betalen. Graag zou ik van u willen zien, dat was een onderdeel van
mijn eerste vraag, op welke manier u kunt verkopen aan een vereniging dat
daar waar het voordeliger is voor de gemeente, die vereniging toch belast
wordt om meer te betalen.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, voor wat betreft de verkoop waar
de heer Boerkoel het over heeft, heb ik de indruk dat bij de gesprekken die
zijn gevoerd tussen de gemeente en S.0. Soest er niet direct een winst- of
verliesbalans is opgesteld, dus verkoop of inkoop. Er is gewoon afgesproken
dat wij in gezamenlijk overleg zo zouden handelen als ook in de stukken is
aangegeven. Ik denk dat als ik de verslagen van die bijeenkomst beluister,
dat het in een prima verstandhouding is gebeurd. Ik zie dus dat probleem
niet. Als de heer Boerkoel zegt: neem bij het voorbereiden van de stukken
die u nog krijgt met betrekking tot die faciliteit voor het Bentinckfonds
mee de gedachte zoals door hem zijn geuit, dan denk ik dat we bij de
voorbereiding van de stukken die daarover zullen verschijnen dat uiteraard
zullen doen.
VOORZITTER: Ik stel voor de discussie af te ronden en ik stel vast dat het
voorstel wordt aanvaard.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
6. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van een
sociaal-culturele accommodatie in de wijk Smitsveen.