25 oktober 1989
- 25 -
dit onderzoek verbonden zullen zijn, zo ja, hoeveel en waar die dan uit
gedekt worden.
Mevrouw STEKELENBURGIk denk dat er in overleg met het ministerie van VROM
eens bekeken zal moeten worden waar deze onderzoeken al zijn en waar ze
eventueel nog aangevuld moeten worden, toegespitst op Soesterberg. Ik denk
dat de wethouder heeft gezegd dat hij een vooronderzoek wil doen. Dat moet
hij in eerste instantie dan maar eens gaan doen en dan kunnen we dat
opnieuw in de commissie aan de orde stellen.
VOORZITTER: Dat wil zeggen dat u uw motie opschort.
Mevrouw STEKELENBURG: Ja.
Heer VISSER: Voorzitter, een beetje slap gedoe van de PvdA, die gaat nu
akkoord met een vooronderzoek, terwijl hier in de motie staat dat ze een
diepgaand onderzoek wil hebben. Ik neem de motie over!
Mevrouw STEKELENBURGEn daar zijn wij dan op tegen.
VOORZITTERNu is de motie van Progressief Soest. U dient de motie in en ik
neem aan dat die ondersteund wordt door mevrouw Tomassen. Ik neem niet aan
dat de andere raadsleden verlangen dit in stemming te brengen. Dat zou u
kunnen verlangen, maar daarmee zou hij verworpen zijn.
Heer VISSER: Ik wil dat de raad van Soest zich uitspreekt of hij zich het
lot van zijn kolonie Soesterberg ter harte neemt of dat hij zegt: mensen
blijven jullie je maar lekker ongerust maken, we zullen een vooronderzoekje
instellen, ga maar een poosje bij Schiphol wonen, dan kunt u kijken of het
daar minder erg is. Ik vind dat de raad van Soest zich nu uit moet spreken
of hem dit er harte gaat. Ik handhaaf mijn motie.
VOORZITTER: De motie van de PvdA die u in stemming gebracht wilt hebben,
evenals mevrouw Tomassen. De motie is voorlopig van tafel, omdat die door
de PvdA is opgeschort. Zo mag ik het vertalen.
Heer VISSER: Maar ik heb de motie opnieuw ingediend, dus nu gaat u even de
fout in.
VOORZITTER: U weet heel goed wat ik bedoel, mijnheer Visser. Mag ik het zo
vertalen dat u ervoor zou zijn?
Heer VISSER: Met mijn fractiegenote. Ik begrijp dat D66 zich inmiddels ook
heeft teruggetrokken. Dat is jammer.
VOORZITTER: Hoofdfunctie 7 is daarmee afgehandeld.
8. Ruimtelijke ordening en huisvesting.
Heer VISSER: Voorzitter, de monumentencommissie valt onder dit hoofdstuk,
begrijp ik. Ik heb vanmiddag nog even geïnformeerd in het raadhuis naar de
leden van deze monumentencommissie, waarvan ik zo bijzonder blij ben dat
zij er nu is. Ik hoop dat men snel aan het werk gaat, wat ik ook uit de
stukken heb begrepen. Wat mij bijzonder teleurstelt, ik wil dat toch even
zeggen, is dat in die commissie van vijf leden vijf mannen zitten. Afgezien
daarvan dat het wemelt van de CDA'ers denk ik dat het een hele deskundige,
bekwame commissie wordt. Maar dat daar nou geen één vrouw inzit, dat stelt