16 februari 1989
- 7 -
Heer BAKSVoorzitter, in een vergadering als deze, waar we op een wat
later tijdstip spreken over het krediet voor de bouw van een gemeentehuis,
zou het krediet voor een sociaal-culturele accommodatie een beetje in het
niet kunnen vallen. Toch is ook dit raadsbesluit een mijlpaal, een mijlpaal
voor de wijk Smitsveen waar we jarenlang als raad naar gestreefd hebben om
te kunnen realiseren. Gelukkig heeft het college een aantal zaken die in de
commissie duidelijk waren dat ze onduidelijk waren uit het voorstel
gehaald, daar spreken we later nog over. Dus we beperken ons nu tot het
vaststellen van een krediet.
Voorzitter, het is jammer dat het college in de reactie op de commissie
adviezen niet is ingegaan op de opmerkingen die zijn gemaakt over de
koppeling vaststelling krediet voor de verbouw en het realiseren van een
vorm van beheer voor het gebouw. We hebben daar het collegestandpunt niet
over terug kunnen vinden. Toch is het zo, zijn wij van mening, dat er nu
een voorstel ligt voor verbouwing op basis van de wensen en behoeften van
de huidige acht gebruikers die het met elkaar nog niet helemaal eens zijn
over de manier waarop ze gezamenlijk dat gebouw gaan beheren. Alhoewel er
wel een aantal richtingen staan aangegeven in het verslag dat voor ons ter
inzage gelegd is van 2 februari, is dat slechts een intentie van een aantal
aanwezige bestuursleden. Wij stellen daarom het college voor om dit krediet
vast te stellen met daaraan de voorwaarde dat pas tot besteding wordt
overgegaan op het moment dat duidelijk is dat deze acht gebruikers op wie
het verbouwingsplaatje is gebaseerd, gezamenlijk akkoord zijn en een
intentie hebben getekend zoals het 2 februari-verslag zegt over een
raamwerk waarbinnen de beheersvorm zich zal gaan afspelen. Verder kunnen
wij nu best akkoord gaan op die voorwaarde met het bedrag van het krediet.
Het hoeft voor ons niet terug te komen in de raad, want dat zou ophouden,
hebben wij begrepen in de commissie. Maar we zouden het college in
overweging willen geven om die koppeling aan dit besluit te maken.
Mevrouw WEIDEMA: Voorzitter, toen destijds voor de eerste keer in de
meerjarenraming een bedrag van 400.000,= opgenomen werd voor een sociaal-
cultureel centrum Smitsveen, was de WD de eerste die zei: geen duur, nieuw
gebouw, laten we even wachten en kijken of er niet wellicht een school of
een ander gebouw vrijkomt dat we voor dit doel kunnen gebruiken. Vanavond
lijkt het dat wij wat dat betreft onze zin zullen krijgen. We kunnen dan
ook niet anders dan dit voorstel positief benaderen. Toch zou ik nog enkele
opmerkingen willen maken.
Ook in de commissie hebben we het gehad over de exploitatiekosten voor de
toekomst. Wanneer we dan ook vanavond een huurovereenkomst sluiten met een
andere vrijwilligersorganisatie waar we uitgaan van een commerciële huur,
dan bevreemdt het toch dat voor het centrum Smitsveen slechts een
vergoeding in de exploitatielasten gevraagd wordt. De WD zou het erg
prettig vinden wanneer in deze gemeente gelijke monniken ook gelijke kappen
zouden dragen. De Stichting Spullenhulp krijgt een prijskaartje
voorgehouden, terecht, maar het zou prettig zijn als ook de instellingen
die in het sociaal-cultureel centrum komen, met dezelfde maat gemeten
zouden worden. Voor ons is dit geen reden om vanavond een van beide
voorstellen af te stemmen, maar wij zijn wel erg ongelukkig met deze gang
van zaken en daarom grijpen we de gelegenheid aan om er nog eens op te
wijzen. Ook weten we dat binnen het sociaal- cultureel werk ambtenaren al
bezig zijn om gelijkschakeling te bewerkstelligen voor huren van sociaal-
culturele instellingen, maar wij willen toch deze kans niet voorbij laten
gaan om erop te wijzen dat wij dat toch echt heel belangrijk vinden.
Dan nog een enkele opmerking ten aanzien van de beheersaspecten.
Samenwonen is altijd moeilijk. Daar maak je óf goede afspraken over, wil je