16 november 1989 - 9 - dat dit bij ons zeker niet het geval is geweest. In dat opzicht zijn wij als leden van de vertrouwenscommissie, die inmiddels door uw benoeming is ontbonden, unaniem van mening dat onze aan de Commissaris van de Koningin kenbaar gemaakte gevoelens niet alleen zeer serieus zijn genomen -we hadden trouwens niet anders verwacht- maar ook volledig zijn gehonoreerd. Dat is natuurlijk niet alleen voor de raad belangrijk, maar zeker niet minder voor u als onze nieuwe burgemeester. Hoewel de pers meerdere malen heeft geprobeerd bij de leden van de vertrouwenscommissie iets aan de weet te komen over de kandidaten waar wij gesprekken mee hebben gehad, bleef het geheim van Soest net zo geheim als het geheim van Soestdijk. In dit verband wil ik als ex-voorzitter van de vertrouwenscommissie graag van de gelegenheid gebruik maken -al is dat misschien protocollair gezien een zijstapje, het zij dan zo- om de fractievoorzitters die mede deel uitmaakten van de vertrouwenscommissie, mijn erkentelijkheid te betuigen voor hun constructieve bijdrage en de bijzonder prettige wijze waarop wij hebben kunnen samenwerken. Een bijzonder woord van dank is zeker op zijn plaats aan het adres van onze gemeentesecretaris voor het vele werk dat hij voor onze commissie heeft gedaan. Met uw benoeming, mijnheer De Widt, zijn wij als raad allen zeer content. Uit een verslag naar aanleiding van uw afscheid in Best hebt u ons gewaarschuwd om niet te hoge verwachtingen te hebben omtrent uw kwaliteiten. U acht zich, aldus bedoelde courant, een gewoon mens met fouten en gebreken. Wel, mijnheer De Widt, zo iemand hadden wij als vertrouwenscommissie op het oog. Een gewoon mens die ook als eerste burger van onze gemeente midden tussen de mensen wil staan. Namens de leden van deze raad hoop ik dat wij onder uw leiding constructief kunnen samenwerken in het belang van onze gemeente. Ik wens u daarbij veel wijsheid, maar bovenal Gods zegen toe. Tot slot nog een paar woorden tot onze waarnemend burgemeester. Mijnheer Bos, ik weet dat u van korte toespraken houdt. Ik zal het kort houden. Namens de raad onze oprechte dank voor uw inzet en de prettige samen werking. Het ga u goed. Heer DE KAM: Voorzitter, dames en heren. Bij het afscheid van de heer Scholten heb ik hem namens het personeel dank gezegd voor de wijze waarop hij zich mede heeft willen inzetten voor de belangen van het personeel. Ik heb daarbij de hoop uitgesproken dat zijn opvolgster op haar wijze er blijk van zou geven ook zich daarvoor te willen inzetten. Zonder u nu verder aan te spreken als mevrouw de voorzitter, mag ik u namens het personeel van harte gelukwensen met uw installatie. Dat ik nu opnieuw het woord opvolgster gebruik heeft twee redenen. De eerste reden heeft dezelfde strekking als waarom ik het destijds deed, namelijk om de vanzelfsprekend heid waarmee de mannelijke vorm het taalgebruik domineert ter discussie te stellen. De tweede reden is dat het mij de mogelijkheid biedt om wellicht een misverstand dat naar aanleiding van dat woordgebruik is ontstaan, uit de wereld te helpen. Wat stond er namelijk in de krant een dag na de afscheidstoespraak tot de heer Scholten? "De Kam wil een vrouw". Afgezien dat dat tot enige verbazing leidde in de directe huiselijke omgeving waar ik al met twee lieve vrouwen samenleef, is bij een enkeling ook de indruk ontstaan dat van ambtelijke zijde een inmenging plaatsvond in een procedure en discussie die bij uitstek is voorbehouden aan de democratisch gekozen bestuurlijke autoriteiten. Dat was geenszins het geval en zeker niet de bedoeling. Wat waren de feiten? Enkele dagen na het bekend worden van de benoeming van de heer Scholten tot burgemeester in Arnhem, stond er in de krant -en dat is ook voor ambtenaren in Soest toch nog een van de beste bronnen om erachter te komen wat de raadsleden echt beweegt- "Fractie voorzitters willen een manager". Als dat een half jaar daarvoor in de krant

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 378