16 februari 1989
- 10 -
mogelijk is dat we starten met de verbouw terwijl de beheersstructuur
wellicht voor een aantal of één (dat weten we niet, want we zagen in het
verslag dat een essentiële gebruiker tijdens die vergadering niet aanwezig
was) belemmeringen opwerpt waardoor men op het laatste moment zou kunnen
zeggen: wij willen deze accommodatie op die manier niet gebruiken. Dat zou
consequenties kunnen hebben voor de indeling van het gebouw, waardoor er
weer een nieuw voorstel terug zou moeten, zo dachten wijomdat dan op een
andere manier verbouwd zal moeten worden. Als de wethouder dat risico niet
ziet, dan hebben wij die behoefte niet meer om er een koppeling aan te
maken, om te zeggen: eerst een intentieverklaring over een raamplan van
beheer en daarna starten met de verbouw. Alhoewel we wel begrijpen dat de
voorzitter zegt: die intentieverklaring kan er best komen.
Mevrouw WEIDEMA: Voorzitter, wij zijn tevreden met het antwoord van de
wethouder, want in feite heeft hij gezegd dat die intentieverklaring er al
is. Daar hebben wij dan het vertrouwen in.
Wethouder KINGMA: Dan denk ik dat ik de heer Baks kan beloven dat wij
uitermate alert zullen zijn op de zaak die hij genoemd heeft. Op zich
hebben wij op dit moment de overtuiging dat het gebouw passend is, zelfs
als er in de sfeer van de gebruikers misschien iets verandert. Mochten zich
inderdaad problemen voordoen, dan zullen we daar alert op inspringen.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
7. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het uitvoeren van
groot onderhoud aan diverse gebouwen.
Het voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
aangenomen
8. Voorstel tot invoering van een verbeterd systeem met betrekking tot de
inzameling van afgewerkte olie en klein chemisch afval van particulieren
door middel van detailhandel.
Heer POTHUIZEN: Voorzitter, wij vinden het een prima voorstel waar wij ons
graag achter stellen. Op het voorstel als zodanig hebben we geen kritiek.
Toch willen wij het zien als een spijker om wat ander ongenoegen aan op te
hangen en dat ongenoegen betreft onze P.R.onze voorlichting als het om
ons nieuwe milieubeleid gaat, want met die voorlichting gaat het wat ons
betreft niet goed of in ieder geval nog niet goed genoeg. We hebben gezien
bij het compostvat hoe dat is gegaan, we zien nu weer hoe het met de
milieutegel gaat en zo moet het dus niet gaan bij het klein chemisch afval.
De gemeentelijke rol is onvoldoende actief. De weg van eerst een
formuliertje halen en dan weer een formuliertje brengen, die moeten we
uitbannen. Via bonnen in de krant of langs andere uitnodigende of nog
liever uitdagende weg, zetten we veel meer zoden aan de dijk. Waarom zou
een wethouder van afval die een 9 met een griffel verdient als wethouder
van voorlichting eigenlijk een 6- willen hebben?
Heer EBBERSVoorzitter, met betrekking tot dit punt hebben wij op zichzelf
geen problemen als fractie, alleen zou ik er ook nog iets bij willen
aanknopen, met name ook met betrekking tot de voorlichting. Ik heb
toevallig een dezer dagen een stuk gelezen in de Nieuwsbode van 14 februari
1989 over wat Zeist aan het doen is. Zeist is ook uitgebreid bezig met een
grote schoonmaak, althans voorlichting aan de bevolking met betrekking tot
het milieu. Ze zijn daar kennelijk al een jaar mee bezig, maar ze zijn nu