O
16 novenber 1989
Die hulp kari het beste gedijen als u ruimte biedt voor prikkelend tegenspel
en onafhankelijke advisering.
Uit de aard van uw werkzaamheden en taak vloeit voort dat u met bepaalde
onderdelen van het apparaat meer contact zult hebben dan met andereIk
denk met name aan politie en brandweer. U hebt ze zelf in uw installatie
rede al genoemd. Die bijzondere verantwoordelijkheid, zo wijst de ervaring
hier en elders uit, loopt vaak over in een bijzondere liefdesverhouding. Ik
zou u toch hier in het openbaar willen adviseren: monopoliseer de liefde
van u niet tot en voor deze onderdelen, of populair gezegd: knuffel ze niet
dood. Ze zijn de moeite waard om in ruimte te leven naast andere onderdelen
en binnen die ruimte kritisch beoordeeld te worden, ook door de
portefeuillehouder. En om het laatste te zeggen in het Kanaanitisch
taalgebruik waarin ik de afgelopen maanden door oud-burgervader Bos ben
getraind: hij die zijn kinderen liefheeft, kastijdt ze.
Aan het slot van het bijbelboek Spreuken waaruit deze tekst is geciteerd,
komt het loflied voor op een degelijke huisvrouw. Dat loflied begint met de
vraag: een degelijke vrouw, wie zal haar vinden? Haar waarde gaat koralen
ver te boven. Ik wens u toe, voorzitter dat na verloop van een bepaalde
periode wij in Soest ook als ambtenaren u dat loflied kunnen toezingen en
dat op de vraag: een degelijke vrouw, wie kan haar vinden? het antwoord in
Soest zal zijn: wij hebben haar gevonden, het is burgemeester De Widt. Dat
klinkt wat paradoxaal. Maar bij een persoon en bij een functie die gericht
is op het smeden van eenheid, op het overbruggen van dualiteiten en
polariteiten, daar is wellicht van toepassing datgene wat door een
onbekende dichter in het volgend gedicht is verwoord.
In dit aardse huis
een cirkel, met daarin een snel zwaaiend kruis.
Waar hij hem is in haar
en zij haar in hem
En donker en licht
samen vormen één stralend gezicht.
rn
t u
n
ere
te
ge
van
n.
VOORZITTERVoordat wij tot afsluiting van het openbare gedeelte van deze
bijeenkomst, deze raadsvergadering zullen overgaan, aan mij het genoegen om
de twee sprekers, de heer Verheus als nestor van de raad en daarna de
gemeentesecretaris, heel hartelijk te bedanken. Mijnheer Verheus, u als
nestor van de raad, heeft een aantal belangwekkende dingen gezegd. Om
tijdswille ook zult u er begrip voor hebben dat ik niet op alles zal
ingaan. Ik heb altijd geleerd dat alle goeie dingen uit drie bestaan, maar
nu zal ik er toch aan moeten wennen dat in Soest kennelijk alles uit vier
bestaat. U heeft mij al een eindje op weg geholpen om aan dat idee heel
gauw te wennen. Heel hartelijk dank nogmaals voor uw vriendelijke woorden,
ook aan het adres van mijn gezin gericht. Nogmaals hartelijk dank ook voor
de leiding die u aan de vertrouwenssommissie hebt gegeven. Wij verheugen
ons erop en ik in het bijzonder, om met u als raad hier aan de slag te
gaan vanaf vandaag. Heel hartelijk dank.
Dan de secretaris, de heer De Kam. Het spijt me voor u dat het een
teleurstelling is geworden op dat ene punt in de profielschets, dat ik geen
vrouw ben. Dat mag ik hier wel verklappen nu: de laatste raadsvergadering
in Best schreef ik een briefje aan de loco-burgemeester: ik zal je missen.
Want wij hadden wel een vrouw in het college en die zat dan naast mijDus
wie weet wat er verder nog kan komen, maar een vrouwelijke burgemeester
heeft u in ieder geval niet gekregen. Wat u nog meer over karaktertrekken
enzovoorts, zowel over mijn voorganger Scholten als over mij hebt gezegd,
daar zal ik nu maar verder niet op ingaan. Wij kijken zelf wel een keer 's
morgens in de spiegel en dan weten we wel of u gelijk heeft of niet. Waar
ik het wel mee eens ben is dat een burgemeester en een secretaris een heel