6 23 november 1989 lar men >ort •g laar en ;n. :aan kloppende informatie boos op de ketting springen, scholen brieven gaan schrijven en dat soort zaken. Ik vind dat jammer, dat doet de democratie geen goed als we zo met elkaar omgaan. Daarmee kan bestuur en burgerij elkaar niet meer serieus nemen. Dat vind ik buitengewoon jammer. Hetzelfde gebeurt als het gaat over milieuproblematiek rond de parkeergarage, dat er over smogproblematiek gepraat wordt. Dat is hoogstens te benaderen als een zaak die lachwekkend is voor iedere kenner op dit gebied. Ik wil dat hier bewust hardop zeggen, al is het niet sympathiek. Maar ik vind het pijnlijk als op deze wijze discussies scheef getrokken worden. Zo zijn er ook ten aanzien van de andere groepering, de winkeliers in Soest, laden opengetrokken waar ik grote moeite mee heb. Winkeliers in Soest komen terecht op voor hun zaak. Er is een reëel belang. Er ligt de zaak van het tweepolig beleid en men refereert daar terecht aan. Men refereert aan andere zaken die te maken hebben met het feit dat wij het van belang vinden dat overal in Soest winkels kunnen blijven. Maar als tegelijkertijd vanuit die hoek de suggestie alweer gedaan wordt ten aanzien van de verkeersproblematiek, ten aanzien van het in- en uitladen, alsof hier bij de eventueel daar komende Albert Heijn verschrikkelijke dingen gaan gebeuren, dan vind ik dat buitengewoon pijnlijk. Net is terecht door de fractie van de PvdA al gezegd dat men daar op een heel gezond punt terecht komt. Wij hebben op dit moment in Soest, gezien het vorige besluit, supermarkten midden in een woonwijk, waar wij speciaal grote overkappingen op gebied van de gemeente zelf moeten gaan bouwen om de burgers enigszins te vrijwaren van veel geluidsoverlast van in- en uitladen. Juist vanuit die hoek komen protesten tegen dit plan en wordt genoemd dat wij hier met zo ellendig veel geluidsoverlast zitten. Terwijl de systematiek van het bedrijf dat er komt er juist een is waarbij weinig vrachtwagens gebruikt worden. Dat vind ik pijnlijk. Dat men op zichzelf op zijn hoede is in Soest voor de problematiek die gaat ontstaan vanuit het gegeven van de concur rentie, dat is een terechte zaak. Misschien moet men andere maatregelen nemen en een hard gevecht aangaan om de problematiek van de concurrentie goed aan te kunnen. Ieder goed bedrijf kan dat. Voorzitter. Het tweepolig beleid, daar wil ik nog even iets over zeggen. Ik wil niet graag dat er de suggestie is dat we met dit besluit om hier de artikel 19-procedure te starten, het besluit van de tweepoligheid overboord zetten. Een criterium is hier, dat het om een bedrijf gaat dat al lange tijd, ook voor het besluit van de tweepoligheid al, bezig was om te zoeken naar een nieuwe bedrijfsmogelijkheid, vestigingsmogelijkheid in dit gebied. Het gaat hier om het zoeken van een plaats binnen de Van Weedestraat, binnen het winkelcentrum Van Weedestraat. We gaan er dus niet buiten treden op de weg naar Baarn, we gaan er niet buiten treden door een gemeentehuis plat te gooien. We zitten binnen de marges van dat gebied. We kunnen niet anders dan een plek vinden waar een zijweg is waar men op een redelijke wijze de verkeersafwikkeling mogelijk maakt. Dit is een van de weinige gunstige plaatsen waar we zo'n bedrijf neer kunnen zetten. Dan denk ik inderdaad dat we een bedrijf dat al zo lang bezig is, daar niet langer tegen kunnen houden en dat dit geen doorkruising is van het beleid. Dat doen we als we het politiebureau afbreken en daar winkels neer gaan zetten of als we voorbij vestigingen richting Soestdijk nieuwe winkelvestigingen gaan plaatsen. Daar is hier geen sprake van. Voorzitter, uit dit alles blijkt duidelijk dat we eraan toe zijn dat dit winkelcentrum van Soest, de Van Weedestraat, de ruimte krijgt om ook creatief met zijn mogelijkheden om te gaan en dat we niet langer daar eindeloos beperkingen op mogen leggen ten koste van, nee, ten behoeve van andere winkelcentra. We moeten ook een reëel beleid voeren waarbij de Van Weedestraat niet stuk gaat. i ir lar de een -gin :wee it ig

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 388