16 februari 1989 - 14 - zichzelf, los van de enquête waarvan wij straks de gegevens kunnen krijgen, kunt bezien. Wij zijn nu ook een jaar bezig met milieuvoorlichting, zoals u zelf zegt. Dit doet Zeist juist ook na een lange tijd van milieu voorlichting om eens te kijken in hoeverre dit is aangeslagen bij de bevolking. Dat is iets wat je natuurlijk voor jezelf ook moet weten. Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Nog twee korte reacties, voorzitter. Mevrouw Tomassen zegt dat het percentage zal moeten worden uitgelegd als het contact met voorlichting. Ik dacht dat de vraagstelling, die ik niet letterlijk voor mij heb, was: hoe is uw ervaring na het contact met voorlichting? Dan is dat getal van 84% zeer positief. Overigens, ik heb de les van de heer Pothuizen intussen heel duidelijk begrepen, dat heb ik ook toegezegd om daar wat aan te gaan doen. De vraag van de heer Ebbers behelst in wezen nog de enquête die wij overigens binnen het kader van het inzamelen van klein chemisch afval in 1989 ook heel uitdrukkelijk gaan doen. Wij zijn een enquête nu aan het voorbereiden. Dat is in handen van de stagiaire die op het ogenblik werkt aan de voorbereiding van de k.ca.-inzameling en wij verwachten daar ook in de uitvoering heel duidelijk een beeld te kunnen krijgen van de bekendheid van k.c.a. binnen de bevolking van Soest. Heer EBBERSIn Zeist gaat het niet alleen over k.c.a., het gaat over de totale bekendheid met inzamelen en de bereidheid dingen gescheiden houden, te bewaren en op te slaan. Misschien dat u dat ook mee kunt nemen, als u toch bezig bent. Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Ik zal kijken of dat nog kan. VOORZITTERAls we chemisch afval meenemen, nemen we alles mee, dus ook dit. Kunnen we de discussie afronden? Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Voorstel tot voorlopige vaststelling van de gemeenterekening en de bedrijfsrekening over 1986 ter goedkeuring van de rekening 1986 van de Stichting voor Lichamelijke Opvoeding en Sport en tot vaststelling van de rekening 1986 van de Stichting Zwembaden. Heer POTHUIZEN: Voorzitter, twee citaten, een compliment en een hartewens Het eerste citaat is: "De financiële positie van de gemeente Soest voor de jaren 1986 en 1987 is gunstig, de prognoses voor de middellange termijn geven een minder gunstig beeld; het begrotingsoverschot 1986 moet dus in het licht bezien worden van de begrotingstekorten in de latere jaren; overschotten in 1986 en 1987 zullen moeten worden gereserveerd om het totale meerjarenbeeld in financieel positieve zin te kunnen afsluiten. Het spreekt voor zichzelf dat het beleid op de middellange termijn bijstelling behoeft." Dat citaat zult u wel herkennen, want het komt uit de nota van aanbieding bij de begroting 1986. Het tweede citaat: "Beklag over de financiële positie van onze gemeente is absoluut misplaatst. Dit vormt overigens geen uitnodiging tot onvoorzichtig omgaan met wel voorhanden middelen, maar uit de nota van aanbieding stijgt de geur op van inspanning om toch vooral de schaduwkant van onze gezonde financiën te tonen. Voor wie doet u dat eigenlijk?" Dat citaat herinnert u zich misschien minder goed, want dat was uit mijn algemene beschouwingen bij die begroting 1986. Het compliment. Ik denk te kunnen stellen dat het collegebeleid met betrekking tot de financiën en dus dat van de portefeuillehouder al een

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 41