- 2 - 21 december 1989 - 3 - goedkoper bleek te kunnen dan oorspronkelijk gepland. Daar zien wij een groot verschil in en wij zouden daar toch meer duidelijkheid over willen hebben. Wij vinden niet dat het goed is dat bedragen die overblijven onder het motto van: ja, dat hebben ze nu overgehouden en dan mag er toch iets worden gedaan voor die afdeling, dat dat helemaal juist is. Niet elke afdeling heeft dezelfde wijze om te kunnen begroten en dat zou betekenen dat de beleidsvrijheid van de ene afdeling groter was dan de andere. Dat zou betekenen dat er dwars door onze zorgvuldige afwegingen heen gewerkt wordt. Als laatste punt wil ik uw voorstel graag onderstrepen. Wij stellen inderdaad voor de besteding van het voordelig saldo uit te stellen tot het tijdstip waarop meer zicht is op het werkelijk rekeningsaldo. Ik wou dat graag in deze raad nog een keer duidelijk gezegd hebben. Heer MEILOF: Voorzitter, vooral de 0 van verschrikkelijk van mevrouw Blommers, wil ik ondersteunen. Oftewel, in dat geval dat iets verschrikkelijk onvoorzien is, dan krijgen we daar gewoon een apart voorstel van, of het komt in de voorjaarsnota, maar niet in deze nota op deze wijze aan de orde. Ik zou helemaal geen probleem hebben met die sneeuwploegen en ook geen probleem hebben met die externe adviezen, alleen ze passen hier niet. In die zin is het goed als signaal van: laten we dat nu ook niet meer doen. We hebben die afspraak gemaakt dat we dat hier niet aannemen, maar als het werkelijk nodig is, dat er een apart voorstel komt. Mevrouw GERRITSE: Mijnheer de voorzitter, de berichtgeving over de uitwerking van de begroting komt steeds vlugger. Dat is erg prettig. In de volgende begroting kan nu eerder rekening gehouden worden met veranderingen, zowel met kostenstijgingen als met overschotten. Met deze cijfers is reeds gewerkt in de meerjarenbegroting 1990 - 1993. Een paar jaar geleden holden we altijd een hele tijd achter de werkelijkheid aan, omdat de uitkomst van een jaar anderhalf jaar later pas kwam. Een groot deel van het voordelig saldo komt voort uit verhoging van de algemene uitkering en ongeveer 100.000,= door verlaging van de pensioenpremie. Houden we dat buiten beschouwing, dan is er een saldo van ongeveer 85.000,= te verwachten. Dat geeft aan dat men werkt binnen de begroting van in totaal 105 miljoen. Dat is dus erg netjes, het is een zeer klein percentage. Aan de andere kant, als het een negatief percentage was, hadden we hier nu zitten kreunen. Met de voorstellen van het college op pagina 3 is mijn fractie akkoord. Heer POTHUIZEN: Om het kort te houden, voorzitter, ik onderschrijf de woorden van mevrouw Blommers. We hebben in de commissie al aandacht besteed aan de manier van omgaan, zowel in de formele zin van het woord met de informatie die we nu hebben, als ook gewoon praktisch: hoe ga je er nu als raadslid mee om? We zijn van meer informatie voorzien dan ooit, vlugger dan ooit. Op zich is dat dus allemaal precies zoals we het gewild hebben. Nu moeten we er nog mee leren werken. Dat betreft inderdaad een aantal verschijnselen die genoemd zijn. Ook betreft het het hebben van inzicht in wat het nu betekent dat er op een aantal kredieten nog niet alles is uitgegeven en op een aantal andere zelfs behoorlijke overschrijdingen hebben plaatsgehad. Het is nu niet de plaats en de tijd om dat te doen, maar de verdieping van ons werk zonder daarmee toch weer -zoals u wel eens hebt gevreesd- te zien dat gemeenteraadsleden onder de motorkap kruipen, is toch een beetje nodig. Om te sturen, te remmen en gas te geven, moet je een weten hoe al die mechanieken werken. Heer VISSER: Dat is natuurlijk een afschuwelijk milieu-onvriendelijk beeld, wat de heer Pothuizen schetst. Je moet dat natuurlijk niet vergelijken met

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 428