16 februari 1989
- 15 -
jaar of vijf in hoofdlijnen kan rekenen op de steun van D66 vanwege het
beheerste karakter dat ons wel aanspreekt.
Haar dan toch onze hartewenste voorzichtig hoeft het niet. Al jaren
worden we met onze neus gedrukt op het gegeven dat de gemeente veel meer
mogelijkheden heeft voor incidentele bestedingen, voor snel en
burgervriendelijk bestuur dan ze gebruikt. Wees wat speelser met het
aanwezige geld, dat kan heel goed, zonder de structurele beheersing kwijt
te raken, mijnheer Menne.
Heer VISSER: Ik vind dat verhaal van D66 natuurlijk veel te lief. Je zou
haast zeggen: Doetje66. De heer Pothuizen is veel te vriendelijk. Ik wil
gewoon recht toe recht aan tegen de wethouder van financiën zeggen dat het
nu eens een keer afgelopen moet zijn door elk jaar maar weer 1,2 miljoen
over te houden. Hij moet nu maar eens een keer goed begroten, zodat niet
elk jaar de burgers van Soest de stuipen op het lijf krijgen als ze weer
meer belasting moeten betalen, als er weer bezuinigd moet worden, kortom,
al die vreselijke dingen die elk jaar over ons uitgestort worden, waarvan
de heer Pothuizen toch terecht iets citeerde. Kortom, voorzitter, de
directe vraag aan de wethouder: wanneer gaat hij nou eens goed begroten?
Wethouder MENNE: Voorzitter, er ontstaat een spontane stilte. Het is zo dat
wij in 1986 inderdaad een zekere mineur hadden. Wij hebben de
voorzichtigheid ook op dit moment nog steeds toch voor ogen, daar wijken
wij niet van af. Dit is continuering van beleid, wij blijven toch zuinig in
onze uitgaven. Voor wie doen we dat? Dat doen we voor u, mijnheer Pothuizen
en voor alle andere Soesters opdat aan de Smitsweg en elders zaken kunnen
worden gerealiseerd zoals we dat wensen. Ook bijvoorbeeld, mijnheer Visser,
C-drie heeft niet te klagen. Voor wat betreft de begroting moet u goed
weten dat de afgelopen 5 jaar de uitkomsten van de rekening ten opzichte
van de
Heer BOERKOEL: Mijnheer de voorzitter, misschien kan de wethouder even
uitleggen wat het ermee te maken heeft, C-drie en de Smitsweg? Ik begrijp
er helemaal niets van.
Wethouder MENNE: Dat leg ik u nog wel eens uit na afloop van de
vergadering.
Heer BOERKOEL: Wilt u dan gewoon de vragen beantwoorden en niet op de man
spelen?
Wethouder MENNE: Ik leg het u nog wel uit. In ieder geval, voor wat betreft
de afwijking van de rekening ten opzichte van de begroting is het zo dat
dat slechts gemiddeld in de afgelopen 5 jaar ongeveer 1% is geweest. Dus
wat dat betreft valt dat nog wel mee. Dat dat niet negatief is geweest komt
inderdaad door de voorzichtigheid die wij hebben gehanteerd in de afgelopen
jaren. Dat is juist. Wat de speelsigheid betreft vind ik dat wij hier niet
bezig zijn met een spel te spelen. Wij zijn bezig met zeer voorzichtige en
ook zeer serieuze zaken. We mogen op zijn tijd natuurlijk wel lachen, maar
dat neemt niet weg dat de lijn zoals die is ingezet, voorzitter, zal moeten
worden gecontinueerd.
Heer POTHUIZEN: Nog een kleinigheidje, want daar voel ik mij natuurlijk
toch wel toe uitgenodigd. Ik denk dat, behalve de overeenkomsten tussen de
visie van de heer Menne en van D66 er ook duidelijk verschillen zijn. Als
hij verwijst naar het plan Smitsveen, dan zou hij ook kunnen zeggen: zie
daar, wij zijn duidelijk doende om de mogelijkheden die we hebben