21 december 1989 - 8 - een tijdje geleden, ziet op journaalbeelden dat de Berlijnse muur doorbroken wordt, dat mensen daar doorheen kunnen, dan is dat werkelijk fantastisch. Dan ontstaat er ook werkelijk een juichstemming bij je. Dat is iets zo moois, als je ziet dat mensen die in afschrikwekkende onderdrukking geleefd hebben, nu vrede proeven mogen, vrijheid mogen proeven, fantastisch! Tegelijkertijd wil ik daar een kanttekening bij maken. Wat doen wij als westerlingen met vrede en vrijheid? Dezelfde journaalbeelden geven dan het volgende weer. Wij bieden deze mensen die de grens overgaan een honderd DM (dat doet de Duitse bank dan)Dan mogen ze boodschappen gaan doen. Dat is een van de elementen van vrijheid. Een ander journaal beeld dat ik te zien kreeg, was dat oost-Berlijners zich vergaapten aan sexshops. Dat is even iets dat ik hier wil neerleggen. Ons westerse beeld dat voor een journaal getoond wordt van vrede is voor een deel materialis tisch en sexistisch bepaald. Daar heb ik problemen mee. Ik heb er ook problemen mee als wij zonder duidelijke doelstellingen, zonder duidelijk te weten waar we over gaan praten, over vrede gaan praten. Wat bedoelen we eigenlijk? Wat bedoelen wij met vrede? Dat is niet zo duidelijk. Dan is er een derde aspect van vrede, dat is niet helemaal vreemd om in deze tijd van het jaar daaraan te denken. Dat is de vrede dat wij mogen herdenken dat Christus op aarde is gekomen en dat Christus hier de mens vrede geboden heeft voor ieder die werkelijk gelooft in het feit dat Christus voor onze zonden gestorven is. Dat is onvoorstelbare rijke vorm van vrede. Ik wilde wel dat we daar in Nederland op die wijze openlijk over konden spreken. Ik vrees dat dat in het vredesberaad niet aan de orde zal komen. Wij gaan afgevaardigden sturen naar een instelling vol onduidelijk heid. Ieder geval duidelijkheid over essentiële zaken waar niet over gesproken zal worden. Ik kan hier geen voorstander van zijn en het bevreemdt mij dat wij hier in deze raad daar wel voor zouden zijn. Heer VISSER: Ja, voorzitter, het bevreemdt mij helemaal niet dat wij hier lid van worden. Ik had een stille hoop dat de heer Meilof tussen de vergadering waarin we dit besproken hebben in a.b.z. en deze raad nog eens in de leeskamer was gaan zitten om eens te zoeken naar de doelstellingen. Die heb ik hier voor mij liggen. Natuurlijk heeft het Platform wel terdege doelstellingen, drie zelfs. Ten eerste: het verbeteren van kwaliteit en effectiviteit van gemeentelijk vredesbeleid. Maar ik kan mij voorstellen als je, net als de heer Meilof, helemaal geen vrede kent, dat je ook moeilijk de kwaliteit en de effectiviteit ervan kunt verbeteren. Maar misschien heeft hij wat aan de tweede doelstelling, namelijk eraan bijdragen dat gemeentelijk vredesbeleid als volwaardig gemeentelijk beleidsterrein wordt beschouwd. Dat is natuurlijk een doelstelling waar wij best hier in Soest mee uit de weg kunnen, omdat er heel veel mensen in Soest met vrede bezig zijn. De heer Meilof had het over gezichten. Ik ken in het gemeentelijk vredesbeleid mensen die met vrede bezig zijn, met christelijke gezichten, met communistische gezichten, ik ken allerlei gezichten. Die hebben namelijk allemaal maar één doelstelling: om vrede een beetje te bewerkstelligen. De heer Meilof vindt een van de bezwaren dat dit Platform geen vuist kan maken. Juist een van de doelstellingen denk ik is om geen vuist te maken, maar om juist op een andere manier tot elkaar te komen. De derde doelstelling is het stimuleren van gemeenten om een eigen vredesbeleid te ontwikkelen. Maar ja, als je net als de heer Meilof zo beperkt bent in het idee wat vrede is, terwijl Christus juist ook gekomen is voor boodschappen doende mensen en zelfs voor zondige vrouwen, dan denk ik dat dit alleen maar een goede zaak is en dat de heer Meilof zijn bijbel op de verkeerde manier leest. Heer KRIJGER: Mijnheer de voorzitter, mijn fractie is niet voor toetreding

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 433