24 - 16 februari 1989 - 25 - de r Wethouder PLOMP: Als u daarom vraagt, dan doen wij dat. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 16. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de bouw van een nieuw gemeentehuis. Heer VERHEUSMijnheer de voorzitter, bij de begrotingsbehandeling in december 1986 heb ik in mijn algemene beschouwingen namens de CDA-fractie het college de suggestie meegegeven om alvast maar te gaan sparen voor de bouw van een nieuw gemeentehuis. Trouwens, in het collegeprogramma voor deze raadsperiode waren alle aan dat overleg deelnemende en hier in de raad vertegenwoordigde partijen het erover eens dat we het alleruiterste in het werk moesten stellen om binnen deze zittingsperiode 1986/1990 in elk geval een nieuw gemeentehuis te kunnen realiseren. Mede gelet op de aanzienlijk betere financiële positie van onze gemeente zijn we dan vanavond op een punt aangekomen waar we tot nu toe nog nimmer zijn geweest, namelijk het voteren van een krediet van 21.355.000,=. We hebben natuurlijk wel meer plannen gehad in het verleden, we hebben excursies gehad, we zijn gemeentehuizen gaan bekijken, we hebben ruim een miljoen uitgegeven, maar we zijn zelfs nog niet tot een eerste spa in de grond of een eerste steenlegging gekomen. In dat opzicht kunnen we dus zeker van een historisch moment gewag maken. Maar ik zal mij niet in de historie verdiepen, maar de blik op de toekomst gericht houden. Eindelijk zal het er dan toch van komen. Wel wil ik een paar kanttekeningen maken bij het raadsbesluit als zodanig. De CDA-fractie heeft meerdere malen duidelijk gezegd dat het krediet voor de bouw van een nieuw gemeentehuis een taakstellend karakter heeft. Alleen, en u wijst er in het voorstel ook al op, weten wij op dit moment natuurlijk nog niet hoe de aanbesteding uit zal vallen. In dat opzicht heb ik toch een vraag. U zegt zelf dat het onder dat bedrag maar ook erboven kunnen liggen. In het laatste geval zal het college bij de raad opnieuw terugkomen en zal er een aanvullende of hernieuwde besluitvorming moeten plaatsvinden. En terecht, we hebben in dat opzicht ook ervaringen met andere gemeentelijke gebouwen in het verleden. In hoeverre kan er dan eventueel sprake zijn van een zogenaamd besmet werk? Met andere woorden, bedoelt het college werkelijk besluitvorming of wordt het dan -wat ondiplomatiek uitgedrukt- slikken of stikken? Vervolgens, mijnheer de voorzitter, vraagt het college de visie van de raad inzake de toegangsdeur. Er is in de commissie door de commissieleden zelf gevraagd om het dan maar in de raad te brengen. Nu blijkt dus dat het college in meerderheid gekozen heeft voor een dubbele toegangsdeur. Wij hebben daar twijfels over gehad, mede gelet op hetgeen de architect schreef, hoewel hij duidelijk in zijn schrijven naar voren bracht dat die oplossing een vriendelijk karakter zou geven aan de ingangspartij van het gemeentehuis, met name dus dubbele deuren. Ik zou er wel op willen attenderen, zonder dat we hier over details wat betreft die deuren verder gaan praten, dat het zo zal moeten zijn dat -wanneer inderdaad de raad in meerderheid zegt: dubbele toegangsdeuren- het niet mogelijk is dat het mechanisme zodanig werkt dat die twee deuren gelijktijdig open zouden kunnen gaan, want dan zal er inderdaad sprake zijn van een onwelkome situatie voor diegenen die dicht bij de deur zitten. Mijnheer de voorzitter, tot slot. Ik denk dat dit een historisch moment is, we zijn nog nooit zover gekomen. Ik hoop dat er voortvarend zoals het nu gegaan is bij de voorbereiding van de bouw, als straks de aanbesteding achter de rug is, dat er dan spoedig met de werkzaamheden zal kunnen worden begonnen en dat we in het voorjaar van 1990 als gemeente eindelijk eens een

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 52