nr3 NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op donderdag 16 maart 1989 te 19.30 uur. Voorzitter: de heer mr. P. Scholten, burgemeester; Secretaris: de heer W.P. de Kam. Tegenwoordig de leden: J.A. Baks, G. Beijen, W.A. Blaauw, mevr. A. Blommers-Biezeno, C. Boerkoel, J.J. Ebbers, J. van Esseveld, R.E. van Gelder, mevr. B.M. Gerritse-van Ee, mevr. J. Greefhorst-van Overdam, F. Kingma, A.F.M. Krijger, R.A. van Logtenstein, mevr. A.M. Meijer, W.R. Meilof, J.L. Menne, J.Th. Oudemans, G.A.W.G.A. Plomp, A.E.C. Pothuizen, mevr. W.A.A. Stekelenburg-Ruitenburg, H. Strietman, mevr. A.D. Tomassen- Holsheimer, C. Verheus, J. Visser, mevr. M.J. Weidema-WoensdregtR. Wijmenga Afwezig: A.W. van den Breemer. VOORZITTER: Ik stel voor de raadsvergadering te gaan beginnen. 1. Vaststelling van de notulen van de openbare vergadering van 19 januari 1989. Deze notulen worden ongewijzigd vastgesteld. 2. a. Brief dd. 20 januari 1989 van de Minister van Defensie, waarin hij afwijzend reageert op uw verzoek het houden van vliegshows op de vliegbasis Soesterberg te verbieden, daarbij verwijzend naar de uitvoerige uiteenzetting aan de Vaste Commissie voor Defensie van de Tweede Kamer. Wij stellen u voor van deze brief kennis te nemen. Heer VISSER: Voorzitter, het stelt mij bijzonder tevreden dat u niet alleen verbiedt om rally-oefeningen te houden op de Vlasakkers, maar dat u nu zelfs tegen het houden van vliegshows bent. Aanvankelijk waren wij de enige fractie binnen deze raad die zich verzette tegen vliegshows en wat daar allemaal mee samenhangt, maar nu zelfs de burgemeester van Soest, een fervent WD-er zich verzet tegen de VOORZITTER: Mijnheer Visser, mag ik u even onderbreken, want anders gaat u misschien helemaal de verkeerde kant uit. Heer VISSER: Dat stelt mij teleur, ja, als u mij onderbreekt. VOORZITTER: Ja, ik ga u maar meteen onderbreken, want u citeert mij niet goed. Ik zal meteen maar even herhalen wat ik in a.b.z. gezegd heb. In de commissie a.b.z. heb ik gezegd: de Minister beslist, de Kamer weegt dat oordeel en keurt dat al of niet goed. Als het dan doorgaat, dan worden de veiligheidsvoorschriften getoetst door de burgemeester en als de veiligheid niet voldoende gewaarborgd is, dan kan ik daar a) natuurlijk opmerkingen over maken en b) als het dan nog niet voldoende is dan kan ik in het uiterste geval het publiek niet toelaten. Dat betekent in feite dat de show zonder publiek is. Dat is wat ik heb gezegd. Ik heb dus niet gezegd dat ik ertegen ben, ik heb alleen gezegd dat dat de weg is die ik kan bewandelen. Dat zal ik ook zeker doen als het zover is. Heer VISSER: Waar ik nu zo juichend enthousiast over ben is, dat ik in twaalf jaar lidmaatschap van deze raad nog nooit een burgemeester dit soort

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 60