16 maart 1989 - 6 - op dit moment niet. Heer POTHUIZEN: Maar u zegt dus toe dat u de verslaglegging van het gebeuren op die vrijdag voor ons ter inzage zal leggen? VOORZITTER: Ik denk dat het duidelijk is. Een verslag is niet door ons gemaakt. Het is mij niet bekend of en op welke wijze er een verslag door de provincie gemaakt wordt. Wat wel zo is -en daar gaat het om- dat de afspraken zoals die gemaakt zijn worden vastgelegd in de brief van de provincie aan ons. Bovendien is het persbericht voordat dat het licht heeft gezien -vandaar die vertraging die erin zat- afgestemd met ons. Dus het persbericht was vrij uitvoerig, zoals u heeft gezien, want u heeft het helemaal gelezen. De tekst daarvan is afgestemd met ons en dat kunt u dus ook als een stuk van de verslaglegging beschouwen. Mevrouw TOMASSEN: We zullen wel proberen dat verslag te krijgen via G.S. en dan zullen we het voor u ter inzage leggen. VOORZITTER: U bent ons altijd behulpzaam en dat stellen wij altijd op prijs. Heer VAN GELDER: Ja voorzitter, ik wil toch graag even reageren op hetgeen bij de beantwoording van de laatste vraag is gezegd door het college. Er is gezegd dat in het beleidsprogramma staat dat de raad of de lijsttrekkers een overdekte zwemaccommodatie willen op de Eng. Ik denk dat dat representatief is voor de vele misverstanden rondom het project zwembad en daaraan gekoppeld de verkoop van het natuurbad. In het beleidsprogramma staat dat er een onderzoek naar zou worden gedaan. Ik denk dat juist dit misverstand representatief is voor het soort problemen dat we nu met de provincie hebben. Mijn fractie heeft destijds tegen de verkoop gestemd, niet zozeer omdat we principieel tegen die verkoop waren, maar omdat wij vonden dat de hele procedure die uitzicht zou moeten bieden op de aard van de op te richten accommodatie op de Eng onvoldoende was uitgekristalliseerd om met het voorstel akkoord te gaan. Zo hebben ook anderen, kennelijk in dit geval de provincie, problemen met de manier waarop het hele plan is uitgewerkt en voorbereid. Dat geeft ongelooflijk veel toestanden, discussies, hernieuwd plannen indienen. Hetzelfde doet zich voor met de plannen voor het zwembad die nu op de Eng gerealiseerd gaan worden. Het blijkt dan weer te klein te zijn, er zijn allerlei onderzoeken gedaan, de sportfondsen zijn er geweest, er zijn plannen geweest, dan is het weer te klein en dan wordt het weer drie ton duurder. Niemand weet nu eigenlijk precies wat nu de bedoeling is, wat we gaan doen, wat het mag gaan kosten, hoe het moet. Er wordt gerefereerd naar werkgroepen waar dan nooit de rapportages van komen. Ik denk dat de manier van aanpak van projecten, deze manier van aanpak leidt tot het soort problemen dat we nu met de provincie hebben. Als je dat in geld uit zou drukken, dan denk ik dat toch een ieder zich zou moeten realiseren dat dat voor de gemeente Soest wel een hele slechte zaak is. Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, ik heb geen behoefte om daarop te reageren. Er wordt een standpunt geuit. Als het zo is dat er gezegd is namens het college dat er is besloten tot een volwaardige overdekte zwemvoorziening en de heer Van Gelder corrigeert dat: "een onderzoek in te stellen" dan is dat op zichzelf juist. Maar de intentie is natuurlijk volstrekt helder dat er in Soest al lange tijd wordt gepoogd om een overdekte zweminrichting tot stand te brengen. Daarover is volstrekte helderheid. Er wordt iedere keer in de commissie verslag gedaan van de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 65