16 aaart 1989 - 18 - kantinefaciliteiten komen voor de betrokken personeelsleden, want het tegendeel is het geval. Waar het ons om gaat is dat een college met de beschikbare middelen fatsoenlijk behoort om te gaan en niet zomaar een bedrag van deze orde van grootte eigenlijk uit te geven als het overbodig is. Als wij dus tegen zouden moeten stemmen omdat u het voorstel niet terugneemt, richt zich dat niet tegen het betrokken gemeentepersoneelmaar tegen die bestuurders die met zo'n voorstel durven komen. Mevrouw BLOMMERSJa, voorzitter, zoals wij in de commissie al hebben gezegd betreurt onze fractie het zeer dat er niet creatiever is omgesprongen met de duidelijke signalen die er toch door de hele commissie zijn gegeven de eerste keer dat het voorstel werd teruggestuurd. De heer Blaauw en ik hebben op dat moment gezegd dat we, zij het met veel moeite en het zeer betreurend wat er was gebeurd, akkoord zouden gaan met het voorstel. Een deel van mijn fractie wil dat echter niet doen en staat volledig achter de argumentatie van de heer Pothuizen en zal dus tegen dit voorstel stemmen. Heer VAN GELDER: Voorzitter, reeds bij de eerste behandeling in de commissie hebben we bezwaar gemaakt tegen de procedure en de werkwijze zoals die hier heeft plaatsgevonden. Er was een voorstel gedaan om het voor een bepaald bedrag te doen. Het werd toen al duidelijk dat het voorstel gewoon nergens op gebaseerd was, het was een slag in de lucht. In de argumentatie bij dit voorstel is het triest te moeten vaststellen dat ons vermoeden van toen gewoon bewaarheid is en zoals het op bladzijde 2 van het voorstel staat verwoord, ook door het college met zoveel woorden wordt onderkend. Het is dus aantrekkelijk, vanuit dat gezichtspunt, om tegen dit voorstel te zijn. Aan de andere kant realiseren wij ons dat voorstellen hier die de interne organisatie betreffen, op een bekwame en vakkundige wijze daar in overleg met de betrokkenen tot stand moeten worden gebracht. Het is niet de taak van de raad om daar waar het college er niet in slaagt om dat op een behoorlijke manier te doen, nu datgene wat er dan wel aan overeenstemming bereikt is te bruskeren en te zeggen: doe het dan maar niet, omdat wij ook niet het vertrouwen hebben dat er dan vervolgens een proces op gang komt dat het wel op een behoorlijke manier tot een goed einde wordt gebracht. Dat betekent dat wij contre coeur akkoord gaan met uw voorstel en ons realiseren dat het aan het functioneren van het college ligt dat de gemeente Soest anderhalve ton meer moet betalen dan nodig was geweest als dit op een behoorlijke manier vanaf het begin tot uitvoering was gebracht. Heer VERHEUSMijnheer de voorzitter, ik heb er in de commissie ook mijn spijt over betuigd dat u op deze manier een voorstel van deze omvang het licht heeft doen zien. Ik ben het voor een groot deel met de heer Van Gelder eens en met de overige sprekers overigens ook, dat we natuurlijk allemaal een goede huisvesting willen voor de mensen die daar -dat zeg ik met nadruk wat het werkpersoneel betreft- in wezen het meeste recht op hebben, omdat deze mensen heel vaak buiten werken. Ik vind het eigenlijk diep treurig dat er van een goed compromis met de brandweer, zoals het gezamenlijk gebruik van die kantine, geen sprake kon zijn. Ik heb het in de commissie uitdrukkelijk gevraagd, omdat door de portefeuillehouder duidelijk is gezegd dat het voorstel zoals het er nu ligt met alle betrokkenen goed is doorgesproken en voor alle betrokkenen heel goed aanvaardbaar is, hebben wij min of meer met opgewekte tegenzin ja gezegd. Alleen, ik zou toch nog wel een keer graag een antwoord hebben op het volgende. Op bladzijde 2 onder punt 5 daar staat het verhaal waarom die twee culturen niet samen onder één dak kunnen. Ik citeer: "Deze verwachting

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 77