20 april 1989 - 8 - gaan praten, nee, dan moet er net als op het terrein van de gezondheidszorg een regionale dienst komen. Regionaal kan het worden opgebracht hoog kwalitatief personeel aan te trekken, zodat goed gevolgd kan worden wat zich met name in de industrie voordoet. Alleen dan kan er zonodig tijdig worden gereageerd op ontwikkelingen en kunnen we in geval van rampen alert reageren. Mijnheer de voorzitter, ik besef dat ik met mijn reactie een afwijkend geluid heb laten horen ten opzichte van de andere fracties. Dat komt omdat het milieu bij ons sinds jaar en dag hoog in het vaandel staat en wij de afgelopen twaalf jaar regelmatig milieuzaken aan de orde hebben gesteld en vragen inzake milieubeheer tijdens raads- en commissievergaderingen hebben gesteld. Veelal werd er schamper op gereageerd. Dat Soest nu juichend deze notitie ontvangt geeft geen gevoelens van genoegdoening achteraf, omdat het te laat komt en te weinig voorstelt. Door het beleid of juist het ontbreken ervan, is er al teveel verloren gegaan, of moeten missers ten koste van veel inspanning en geld nu goedgemaakt worden. Niet de vervuiler of de in gebreke gebleven bestuurder betaalt, maar het milieu betaalt nog steeds de rekening. Wanneer zal dit beëindigd worden? Mijnheer de voorzitter, de discussie stopt niet na vanavond. Het werk gaat eerst nu beginnen. Ik hoop dat de positieve reacties van mijn collega's ook in de toekomst zullen doorklinken en dat we allen in het belang van een goed milieubeheer desnoods ook vervelende beslissingen zullen durven nemen. Graag zeg ik u toe dat de fractie van Progressief Soest naast u zal staan als u een echt milieubeleid gestalte gaat geven in een goed milieubeleidsplan. Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, ik zal de sprekers in volgorde proberen te beantwoorden. De heer Ebbers heeft gevraagd of het mogelijk is V aces te fiscaliseren. Voor zover mij thans bekend, is dat niet mogelijk. Maar ik wil het graag in het college nog eens aan de orde stellen om te kijken welke mogelijkheden er zijn. Het lijkt niet te kunnen. Voor wat betreft het budget voorlichting denk ik dat ik naar mijn collega Van Logtenstein moet verwijzen. De opmerking is gemaakt door de heer Ebbers dat de heer Maasdie een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de milieu-notitie, van de zijde van het college in ieder geval toch nog een bericht moet hebben dat zijn inbreng hogelijk wordt gewaardeerd. Ik denk dat wij als college Heer EBBERS: Ja, wij hebben het wel gekregen, maar ik weet niet of de heer Maas het gekregen heeft, dat antwoord van u. Wethouder PLOMP: Wij zullen kijken in hoeverre we de heer Maas in de door u gewenste richting ook nog op de hoogte kunnen stellen van het feit hoezeer wij zijn bijdrage op prijs hebben gesteld. Vanuit D66 is gesteld dat er natuurlijk ook voor wat betreft de uitvoering van zaken op het gebied van milieu enige moed nodig is, zowel ambtelijk als bestuurlijk. Ik denk dat ik in ieder geval kan stellen dat die moed er bij beide wel degelijk is. U heeft dat misschien ook wel gemerkt aan een aantal persberichten. Voor wat betreft de inspanningsverplichtingen die door het college in de nota zijn genoemd, vraagt de heer Pothuizen of B&W in ieder geval daar op de juiste wijze gestalte aan willen geven. Ik denk dat wij uiteraard die inspanningsverplichtingen zo goed mogelijk tot uitvoer zullen brengen. Voor wat betreft de intensivering van de gemeentelijke samenwerking denk ik dat de stukken duidelijk aangeven dat wij op dat gebied er goed aan doen om inderdaad intergemeentelijk de zaak verder te brengen, ook al omdat er in de verte mogelijk financiële middelen lonken die slechts beschikbaar komen

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 91