20 april 1989 - 11 - Wethouder PLOMP: Ja. Mevrouw STEKELENBURGDank u. Volgende vraag: ik heb gevraagd of we niet eens zouden stoppen met die milieugevaarlijke stoffen te spuiten op onze straten en plantsoenen. Ik denk dat we gewoon vanavond met z'n allen een daad zouden moeten stellen. Niet alleen een nota, een stuk papier aannemen, nee heel simpel zeggen: vanaf nu, vanaf vanavond geven wij opdracht dat er in Soest niet meer gespoten wordt. Dat is iets dat je nu vanavond met z'n allen kunt beslissen, want we hebben er al zolang over gesproken en we willen het ook eigenlijk allemaal. Alleen het duurt zo verschrikkelijk lang. Als we nu praten over het milieu, denk ik dat dat voor vanavond een hele goede zet zou zijn. Dan heb ik nog een laatste vraag. De wethouder zegt: het minima-beleid neem ik mee terug naar het college. Mag ik dan wel van u weten op welke termijn we daar antwoord op kunnen krijgen? Mevrouw TOMASSEN: Mijnheer de voorzitter, ik vind dat de wethouder wat magertjes gereageerd heeft op het uitgebreide verhaal van Progressief Soest. Ik begrijp dat ook wel, want het is natuurlijk een beetje gênant als je al tien jaar zo'n rapport in de la hebt liggen en je doet daar niks mee. Maar ik heb toch gevraagd of u het rapport dat er al tien jaar ligt, dat door zeer deskundige inwoners van Soest gemaakt is en dat helaas nog steeds actueel is, wilt betrekken bij de uitwerking van de notitie zoals die nu voor ons ligt. Verder heb ik gevraagd wanneer u komt met een beleidsplan. Ik zou graag weten op welke termijn en ik hoop niet dat dat weer tien jaar gaat duren. Verder heb ik nog talloze opmerkingen, maar ik denk dat die terugkomen in de commissies. Ik wil de opmerking van mevrouw Stekelenburg ondersteunen door te zeggen: we stellen een daad, we spuiten niet meer in Soest. Heer MEILOF: Voorzitter, een korte opmerking nog. Dat gaat over de auto en het gebruik van de auto. Dat is het kleine stukje politieke hypocrisie dat hier wel vaker voorkomt. Kort geleden hebben we een besluit genomen over het toewijzen van woningen aan degenen die verder weg wonen of aan degenen die in Soest wonen, oftewel degenen die buiten een grens van ik geloof 40 km van Soest wonen en die in Soest werken. Die personen hebben naar besluit van deze brede raad op één partij na -GPV/SGP/RPF- niet het recht in Soest te komen wonen boven de Soestenaren, want wij vonden toch de burger van Soest die ook onze stemmer, onze kiezer is, net iets belangrijker dan het milieu op dit moment. Ik wil dit toch even noemen omdat deze discussie zo gauw een discussie van mooie woorden is. Heer VERHEUSMijnheer de voorzitter, ik wil daar toch graag op reageren, want ik ben het wat dat betreft toch wel met de heer Meilof eens. Er is net door mevrouw Greefhorst al gezegd: u krijgt in het college zeker één lid mee als er gefietst moet worden. Maar het spijt me te moeten zeggen, het is al eerder in deze raad gebeurd dat er uitvoerig over milieuproblemen werd gediscussieerd. Toen mocht er nog gerookt worden in de raad. De woordvoerster van toen stak meteen een grote sigaret op. Nu mag dat best, ik verbied het ook niemand, maar als we nu hier gaan zeggen als gemeente - dat heeft mevrouw Stekelenburg trachten te verwoorden- dat wij maatregelen zouden moeten nemen, zo die al mogelijk zijn, om het autoverkeer terug te brengen, want we weten allemaal dat dat natuurlijk een stuk natuurverwoesting is, dan denk ik dat mevrouw Stekelenburg vandaag ook met de auto gekomen is. Ik heb haar nog nooit zien fietsen. Mevrouw STEKELENBURG: Ik loop heel geregeld, mijnheer Verheus.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 94