1 nei 1990
- 18 -
gefeliciteerd, ik wil dat vanaf deze plaats, mede namens de secretaris en
het ambtelijk apparaat graag nogmaals doen. Op mij rust een bijzondere
taak om zowel in de raad als in het college te trachten aan teamvorming te
werken. U kunt op mijn volledig inzet daartoe rekenen. U heeft vanavond de
steun van de raad gekregen. Niet allen hebben een stem op u uitgebracht,
dat neemt niet weg dat u, nu u hier zit en gekozen bent door de raad, ook
een verantwoordelijkheid heeft richting raad. Dat is niet alleen een
verantwoordingsplicht, maar ook om de raad te voorzien van goede
voorstellen die via het college, maar vanuit uw portefeuille -ieder voor
zich dus- naar de raad toe gaan. Ik wens u alle vier veel succes toe de
komende jaren. U zult het niet eenvoudig krijgen. Er is een beleids
programma aanvaard door de raad en aan onszoals wij hier achter deze
tafel zitten, de taak om daar vorm en inhoud aan te geven. Ik wil uw
verkiezing vanavond tot wethouder onderstrepen door u een bos bloemen aan
te bieden. De kleuren van de bloemen in het boeket hebben niets te maken
met de kleuren van het college. Dat had u uiteraard al begrepen.
Dames en heren, dan constateren wij met elkaar en ik als voorzitter in het
bijzonder dat twee leden van onze raad die de afgelopen vier jaar en nog
langer hier achter deze tafel hebben gezeten, hier vanavond niet meer zijn
teruggekeerd aan deze zijde van de tafel. Dat is dan in de eerste plaats de
heer Plomp die 16 jaar, vanaf 1974 tot 1990, wethouder is geweest van onze
gemeente. Mijnheer Plomp, u hebt vorige week tegen mij gezegd dat u daar
eigenlijk niet al teveel aandacht aan wilde besteden, aan het vertrek als
wethouder. Aan de andere kant heb ik gemerkt dat de pers daar -terecht
dacht ik- toch de nodige aandacht aan heeft besteed. Ik voel mij toch ook
geroepen om hier vanavond toch woorden van dank aan uw adres uit te
spreken. U bent in 1974 wethouder geworden, toen was mijn voor-voor
voorganger, mevrouw Corver hier burgemeester, daarna burgemeester Scholten,
een korte periode burgemeester Bos en ik heb u vanaf 16 november vorig jaar
mogen meemaken. U hebt mij hier in deze zelfde ruimte de ambtsketen
omgehangen en mij geïnstalleerd. Als ik het rijtje overzie wat u allemaal
aan onderwerpen, aan portefeuilles hebt behartigd, dan is dat niet gering.
Dat loopt van onderwijs, recreatie, sport, jeugdzaken, voorlichting,
inspraak, ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, bouw- en woningtoezicht,
verkeer en vervoer, economische aangelegenheden, gemeentelijke bouw- en
woningtoezicht, milieu en gemeentelijke organisatie. Misschien ben ik er
nog een paar vergeten. Ik denk dat ik ook een extra schijnwerper plaats ook
op uw inbreng in het bijzonder bij de sportuitwisseling met onze contact
gemeente in Duitsland, Soest. Ik heb dat de laatste maanden ook gemerkt dat
u daar sterk in geïnteresseerd was en dat het ook een zwakke plek bij u had
om daar alle aandacht aan te besteden. Ik wil u bijzonder hartelijk danken
voor ook de vriendschap en de collegialiteit die ik in korte tijd heb mogen
ondervinden. Ook namens de andere leden uit het college en in het bijzonder
namens de secretaris dank ik u voor uw enorme inzet. U was een ervaren
bestuurder en ik kan mij voorstellen dat het een teleurstelling voor u was
dat u vanavond niet meer aan deze zijde van de tafel hebt kunnen plaats
nemen. We weten het allemaal, politiek is een hard bedrijf. Alleen zolang
het bij een ander is, is het toch altijd anders dan wanneer het jezelf
betreft. U bent dan nu degene die getroffen is. Ik waardeer het en ik ben
blij dat u toch hier weer in deze raad bent teruggekeerd. Wij zullen
ongetwijfeld -dat hoop ik althans- dat wij van uw langjarige ervaring en
kennis van het bestuur in Soest nog gebruik mogen maken. Het ga u in alle
opzichten goed. Ik wil u namens het gemeentebestuur als een blijvende
herinnering een geschenk overhandigen.
Dames en heren, hij zit nu recht tegenover mijik moet nog even wennen aan
het idee. Mijnheer Van Logtenstein, ook voor u zijn de druiven zuur. U bent
dan weliswaar korter wethouder geweest, vier jaar, van 1986 tot 1990.