begrepen dat u voorgesteld hebt het te behandelen in de commissie die
overlegt met het midden- en kleinbedrijf. Dan komt er daarna wellicht nog
een extra commissie om te praten over artikel 19, want dat is een r.o.-
zaak. Maar goed, dat is de wijsheid van het college. We vinden het
eigenlijk een beetje een vorm van volksverlakkerij, zou je haast zeggen.
Het is geen verkiezingstijd, dat je duidelijke uitspraken doet. Het
voorstel ligt nog op tafel, maar niemand doet er nog wat mee. Daarom hadden
we voorgesteld om het zo snel mogelijk van tafel af te halen. Het is nu
alleen onduidelijk geworden en niemand doet er nog wat mee. We zullen niet
nu aandringen op een behandeling. We zien het wel terugkomen, we zien het
ook wel verdwijnen. Veni, vidi, vici, zei een projectontwikkelaar, Veni
vidi, foetsie, zeiden wij.
VOORZITTER: Mag ik aannemen dat u uw initiatiefvoorstel intrekt en dat u
zich kunt verenigen met ons ordevoorstel ten aanzien van dit punt?
Heer KRIJGER (WD): Nee, we trekken het niet in. U stelt een behandeling
voor waar wij ons niet tegen verzetten, een behandeling in de maand juli.
Het is een initiatiefvoorstel dat gewoon recht overeind blijft.
VOORZITTERGoed, maar u kunt zich verenigen met ons ordevoorstel.
Heer WITTE (GGS): Voorzitter, wat betreft het ordevoorstel van het college
hebben wij toch enige bedenkingen. Dat is namelijk dat het alleen in de
financieel/economische commissie zal worden behandeld. Wij vinden dit toch
wel een zaak die ook in de commissie r.o. aan de orde moet komen. Wij
stellen dan ook voor om het op de agenda van 3 juli te zetten van de
commissie r.o.
VOORZITTER: Het is bij initiatiefvoorstellen zo dat het reglement van orde
aangeeft dat de raad de tijd en de wijze bepaalt waarop het onderwerp
behandeld zal worden. U brengt daar nu een amendement op aan, op het
voorstel dat het college heeft gedaan. Ik zou ook graag het standpunt van
de andere fracties vernemen. Maar misschien is het goed dat eerst even,
voordat u verder het woord gaat voeren, de wethouder die dit in zijn
portefeuille heeft een korte toelichting geeft. Dat kan verduidelijkend
werken.
Wethouder MENNE: Voorzitter, het is de bedoeling dat het geïntegreerd wordt
behandeld. We hebben afgesproken wat dit winkelbeleid betreft, of het nu
een financiële zijde heeft of een r.o. zijde of een milieuzijde, dat het
dus in beginsel geïntegreerd wordt behandeld. Dat was de afspraak. Dat doen
we met meerdere onderwerpen, vanwege het overzicht.
VOORZITTER: Aan de orde is dus het ordevoorstel van het college, of u zich
daarin kunt vinden.
Heer POTHUIZEN (D66): Mijn fractie kan zich in uw ordevoorstel vinden. De
opmerking van de heer Witte acht ik overigens zeker het overwegen waard.
Waar praten we over? Over artikel 19 r.o. en niet over het winkelbeleid.
Vanuit die optiek is de keuze die de heer Witte prefereert zeer wel te
verdedigen. Aan de andere kant hebben we met z'n allen integrale
behandeling afgesproken en ik wacht dan maar af welke keuze u gaat maken.
Mevrouw TOMASSEN (PS)Mijnheer de voorzitter, het verbaast mij dat
iedereen zo argeloos met uw ordevoorstel akkoord gaat. De fractie van
Progressief Soest gaat er niet mee akkoord. Waar hebben het over? We hebben