r kan zelfs betekenen dat er meer koop gebouwd moet worden om voldoende woningen te kunnen bouwen. We hebben dus absoluut geen behoefte aan motie I en evenmin aan motie II, want die gaat het gelijk in de praktijk proberen te brengen. Daar zijn we dus tegen. Wethouder KINGMA: Laat ik maar beginnen met te reageren op de moties, voorzitter. Ik denk dat mevrouw Tomassen gelijk heeft als ze zich afvraagt of motie I niet erg ongenuanceerd is, want het zegt zo absoluut 60% nieuwbouw in de huursector en 40% in de koop. Inderdaad, anderen hebben ook opgemerkt dat op het moment dat je onvoldoende contingenten krijgt, je het dan niet kunt realiseren. Dan staat er huur en dan moet je misschien huurwoningen van 1200,= per maand realiseren omdat je nu eenmaal 60% hebt afgesproken in die sector. Dat is denk ik niet de bedoeling. Het uitgangspunt is de vraag hoe we met de opmerkingen zoals die eerder al zijn gemaakt, betaalbare woningen realiseren voor de verschillende doelgroepen zoals die er in de gemeente zijn. Dat betekent voor de één een goedkope, kleine driekamerwoning, bijvoorbeeld voor ouderen, veelal in de huursector en dat betekent voor de ander een premiekoop A-sectorwoning, voor weer een ander kan dat misschien een wat duurdere koopwoning zijn of een gewone eengezinswoning in de huursector. Wat dat betreft is er voor elke doelgroep weer een verschillende benadering. Alleen, in het raadsvoorstel treft u duidelijk aan dat er een verschuiving zou moeten plaatsvinden, meer dan tot nog toe het geval is geweest, naar de gesubsidieerde woningbouw om de betaalbaarheid die zo nadrukkelijk als wens spreekt bij een grote groep vanuit de inventarisatie zoals die in de nota is neergelegd, om die te kunnen realiseren. Ik denk dus dat de motie van de heer Witte op zich sympathiek lijkt, maar dat het zeer onflexibel is, niet tegemoet kan komen aan marktontwikkelingen. Je ongenuanceerd vastleggen voor vier jaar, dat moet je helemaal niet doen. Je moet de ontwikkelingen heel goed volgen en in kunnen spelen op veranderingen binnen de mogelijkheden en onmogelijk heden die je hebt. Dus ik denk dat het heel onverstandig zou zijn om die motie over te nemen. Vergelijkbare argumenten gelden voor motie II. Het college stelt ook niet voor om het bestemmingsplan te herzien. In het raadsvoorstel wordt gesteld: laten we nog eens kijken naar de verschillende bestemmingsplannen, in dit geval Klein Engendaal en Dalweg-zuid, om te kijken -in eerste instantie binnen de stedebouwkundige randvoorwaarden, binnen de voorwaarden van het bestemmingsplan, maar zonodig ook aangevend wat de consequenties zouden kunnen zijn als je daarvan af moet wijken als de volkshuisvestingsnood dat nodig maakt- wat we zouden kunnen en niet zouden kunnen. Dan kunnen we een beslissing nemen over de aanvaardbaarheid van een en ander. Als u dat wordt voorgesteld, dan nemen we aan dat we daarmee voor de eerstkomende jaren ook inderdaad de uitvoering van de gesubsidieerde woningbouw kunnen realiseren volgens het contingent waarvan we verwachten op dit moment dat we het krijgen en dat tegelijkertijd duidelijkheid over de structuurvisiediscussie dusdanig vordert dat we in staat zijn om een vervolg in te spelen. Overigens heeft de heer Witte dan wel gelijk als hij een opmerking maakt dat je in sommige situaties gedwongen kunt zijn in de gegeven omstandig heden een ad hoe besluit te nemen. Dat is altijd zo. Wij kunnen een structuurvisie niet blanco voeren, er zijn een heleboel andere ontwikkelingen die ons wat dat betreft links en rechts dreigen te passeren. Er zijn ontwikkelingen waar we op in moeten spelen. Dan moet je op dat moment in de gegeven omstandigheden een besluit kunnen nemen. Je kunt wat dat betreft niet waardevrij een discussie over een structuur voeren. Er zijn ondertussen andere dingen die ook moeten gebeuren. Je zult naar bevind van zaken op dat moment moeten handelen. Dat is niet anders. De heer Witte probeert het nog wat in de emotionele sfeer te trekken door - 18 - 12 juli 1990 - 19 - aan, .n om het het te >lifi- ;e dus Lnder i dat nplis - Het over rkel ïsen lan die >est >nder iet ïrven lan dat dat it ?,en it we voor iel Len i r eens? comen, :er it vol r zijn ;en louwen 1 Soest Leid Het

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 186