12 juli 1990 36 Dat vind ik ook een heel erg interessant gegeven. Heer KRIJGER (WD): De trend is vanavond gezet. Ik hoorde net iets over het zwembad. Het bleek, hoewel het een eensgezind standpunt was, dat de PvdA met het badwater weg wil lopen, omdat de heer Kingma plotseling het unanieme voorstel van het college "ons college is voornemens tot" liet vallen. Dus wat dat betreft denk ik dat er gevraagd wordt naar de bekende weg. Ik heb meen ik goed begrepen -even niet politiek, maar luisterend naar wat mensen zeggen- dat het college bij monde van de heer Visser begon over met een knipoog kijken naar de raad. Nu ben ik argwanend aan het worden. Ik neem aan dat het aantal tegenstemmers in de CDA-fractie voldoende is om het college op één lijn te houden. Misschien kunnen we zometeen bij de stemming vaststellen of dat zo is. VOORZITTERAls ik dan de heer Verheus mag antwoorden. Als het college eventueel verdeeld zou stemmen -dat zullen we misschien zodadelijk zien- dan is dat geen trend, maar een voortzetting van een continue gewoonte. Wenst iemand stemming, of mag ik constateren dat er in deze raad geen meerderheid te vinden is voor het collegevoorstel? Ik zou mij kunnen voorstellen dat wellicht voor de duidelijkheid en ook om de vraag van de heer Krijger te beantwoorden, wij overgaan tot hoofdelijke stemming. Aan de orde is dus het voorstel van het college zoals dat hier vanavond op tafel ligt. Daar vragen we bij deze stemming een uitspraak over. de heer Meilof, tegen; mevrouw Swinkelstegen; de heer Van Wuijckhuijse tegen; mevrouw Tomassen, tegen; de heer Witte, tegen; de heer Pothuizen, tegen; mevrouw Stekelenburg, voor; de heer Boerkoel, voor; de heer Visser, tegen; de heer Plomp, tegen; de heer Van Logtenstein, voor; mevrouw Blommerstegen; mevrouw Van Eek, tegen; de heer Leeflang, tegen; de heer Lokker, tegen; de heer Krijger, tegen; mevrouw Spijk, tegen; de heer Blaauw, tegen; mevrouw Gerritse, voor; de heer Zwaanenburg, tegen; de heer Krol, tegen; de heer Verheus, voor; de heer Kingma, voor; de heer Mennevoor. VOORZITTERDan constateer ik dat het voorstel van het college met 17 stemmen tegen is verworpen, 7 leden waren voor het voorstel. Heer BOERKOEL (PvdA): Mijnheer de voorzitter, mag ik, alvorens u doorgaat naar het volgende agendapunt VOORZITTER: Ik had gezegd dat wij nog niet door zouden gaan. Heer BOERKOEL (PvdA)Dan zou ik in een voorstel van orde alsnog datgene wat ik vooraf heb aangekondigd willen doen, en een motie in de raad naar aanleiding van het vorige agendapunt in discussie gebracht willen zien en in stemming gebracht willen zien. VOORZITTER: Even voor de goede orde, wij zijn nog met hetzelfde agendapunt bezig. Alleen, het besluit bij dit agendapunt is genomen. Voordat ik naar het volgende agendapunt ga, geef ik u de gelegenheid om het woord te voeren. Heer BOERKOEL (PvdA): Dank u. Dan zou ik u een motie voor willen lezen namens de fractie van de Partij van de Arbeid, namens de fractie van het CDA en namens de fractie van D66.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 203