22 oktober 1990 - 14 - hebben in het college hierover gesproken. Er was een voorstel voor wat betreft de economische zijde. Echter, wij hebben besloten om dat te completeren eerst met de planologische kant en vervolgens zullen wij dat brengen in de commissie van december. Dan met betrekking tot de werkgelegenheid vraagt D66 hoeveel hectare terrein er thans nog beschikbaar is voor uitgifte om arbeidsplaatsen te laten ontstaan en hoeveel wel uitgegeven terrein onbebouwd is en waarom. Wij konden dit antwoord niet gereed krijgen voor dit moment, maar wij zeggen u toe in de commissie hierop terug te komen. Evenzo wat betreft de relatie met Score. Dan vraagt het GPV/SGP/RPF -dat gaat weliswaar over bestuurlijke preventie, maar ook over werkgelegenheid- of langdurig werklozen misschien gestimuleerd kunnen worden te assisteren bij dit opbouwwerk. Deze waardevolle suggestie wordt reeds bij de uitwerking van de sociale vernieuwing c.q. de banenpools meegenomen. Een tweede opmerking van dezelfde partijvia vrijwilligerswerk zijn werklozen vaak beter op sporen van reguliere arbeid te krijgen. Er bestaat vanuit de afdeling sociale dienstverlening overleg met de Vrijwilligers Vacature Bank. Momenteel wordt onderzocht of langdurig werklozen binnen het circuit van het vrijwilligerswerk arbeidsmarkt relevante werkervaring kunnen opdoen. Ik heb mij voorgenomen daar ook in het kader van de werk- gelegenheidsactiviteiten -zoals u weet staat dat in de planningskalender genoteerd voor februari volgend jaar- met al deze projecten of voor die tijd of uiterlijk in februari in de commissie terug te komen, zoals in de planningskalender staat vermeld. Heer KRIJGER (WD): Mijnheer de voorzitter, een heel kort punt van orde. Ik weet niet of alle collegeleden exact hebben kunnen volgen wat namens het college gezegd isIk ben benieuwd of door een ander wat gezegd wordt namens het college over het eensgezind werken aan een nieuw industrie gebied. Dat ligt bij r.o.? Ik dacht dat het een voordeel was dat het nu in één hand lag allemaal, maar het kan later misschien duidelijk worden, dat voorbeeld Wethouder MENNEDat heeft daarop geen nadelige invloed, die samenwerking, de werkgelegenheid en de werkloosheidsbestrijding in één portefeuille. Heer KRIJGER (WD): U heeft het papier voor u, als het goed is, wat wij gevraagd hebben. Niet of het een nadeel is, nee of het een voordeel is en dan hebben we gevraagd of dat aangegeven kan worden. Heer B0ERK0EL (PvdA): Mijnheer de voorzitter, ik heb ook een punt van orde. Als gemeenteraadsleden zit je redelijk in de materie ten aanzien van de begroting, zoals die voor ons ligt. De snelheid van antwoorden van het eerste collegelid doet vermoeden dat het op een papiertje staat. Als u in uw aanhef bij het begin van de vergadering zegt dat het jammer is dat er zo weinig burgers zijn, moet u mij eens duidelijk maken of het antwoord, gegeven door de heer Menneen de snelheid waarmee het antwoord gegeven is soms, of dat mogelijk is voor de mensen op de tribune om dat te volgen. Ik kon het niet eens meeschrijven en ik zit redelijk in de materie. Ik ben ervan overtuigd dat de mensen op de tribune het helemaal niet hebben kunnen volgen. Als u wilt dat degenen die op de tribune nu aanwezig zijn er een volgende keer weer zullen zijn, dan moet u zich afvragen of deze manier van beantwoorden de juiste is. Ik waag dat te betwijfelen. Ik mag verder aannemen, mijnheer de voorzitter, omdat het zo snel is voorgelezen, dat u het op een papiertje heeft staan en ik verzoek u dan ook datgene wat allemaal als antwoord gegeven isons morgenochtend in de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 275