22 oktober 1990 - 15 - brievenbus te laten bezorgen, zodanig dat morgenavond als de fracties fractievergadering hebben, ze over de antwoorden van het college kunnen nadenken en zich kunnen beraden over het wel of niet akkoord gaan met de antwoorden die gegeven zijn. U verwacht van ons vroegtijdige inzending, zodat u zich op uw antwoorden kunt beraden. Ik verwacht nu van u een antwoord op die vragen die door ons gesteld zijn. VOORZITTER: Als ik hierop mag reageren? Ik ben het voor een groot deel met de heer Boerkoel eens. Hij heeft ook gemerkt dat ik ingegrepen heb, omdat ook ik vond dat met name waar het ging om cijfers, getallen en bedragen, het te snel ging. We hebben dat tijdens de vergadering proberen te corrigeren door u daarvan nog kopieën te overhandigen. Excuus dat het zo gegaan is. Het is inderdaad ook niet onze opzet zo geweest. Het tweede verzoek van u, waarbij u vraagt of u morgenochtend de tekst, zoals het college die uitgesproken heeft of zometeen zal uitspreken, bij u in de brievenbus kunt krijgen, daarop kan ik u antwoorden dat dat niet mogelijk is. We hebben niet allemaal uitgewerkte teksten. Sommigen werken met punten, anderen werken met wat uitgetypte verhalen en weer anderen hebben zelf-geschreven teksten. Het is onmogelijk om dat morgenochtend volledig uitgewerkt van alle collegeleden -hoe graag we dat ook zouden willen- bij u in de brievenbus te hebben. Maar ik zou zeggen: laten we eerst even de antwoorden van de andere collegeleden afwachten. Misschien dat u dan wat anders over uw verzoek denkt, zoals u dat zojuist hebt gedaan. Dan ga ik nu over naar wethouder Kingma en geef hem het woord. Wethouder KINGMA: Dank u wel, voorzitter. Ik behoor tot degenen die weliswaar een gedeeltelijk gedrukte tekst voor hun neus hebben liggen, maar ook een hoop aantekeningen. Ik zal mij absoluut niet letterlijk houden aan datgene wat hier voor mij ligt, want dat vind ik stomvervelend. Desondanks kan ik u niet garanderen dat u mij niet af en toe stomvervelend vindt, maar dan moet u maar reageren. Ik probeer alleen op mijn eigen wijze te antwoorden op uw opmerkingen, die gebaseerd zijn op ieders 2500 -of soms minder- woorden en dat betekent dat de antwoorden vaak langer moeten zijn dan de vijf minuten die u slechts als inleiding hebt kunnen spreken. Dat vereist altijd wat concentratie. Die duurt soms wat langer dan mogelijk is. Wat dat betreft denk ik dat we elkaar maar moeten helpen in dat opzicht dat als iedereen luistermoe wordt, dat we dan maar even schorsen, misschien eerder dan we anders gedaan zouden hebben. Het gaat er tenslotte om om serieus met elkaar om te gaan en serieus kennis te kunnen nemen van de gedachten over en weer. Dat moet op een verantwoorde manier. Ik dacht dat het goed was om, voordat er straks weer opmerkingen over komen, er maar iets van te zeggen. Sociale vernieuwing is door een aantal partijen genoemd. Ik denk dat het goed is dat sociale vernieuwing de aandacht krijgt die het van vele kanten heeft gekregen. Ik kan niet genoeg benadrukken dat het er vooral om gaat om op een niet verkokerde wijze de verschillende onderdelen ervan aan te pakken. Het is dus nooit een zaak van één afdeling, ook niet van één wethouder en ook niet alleen van het college. Het is een zaak van ons allemaal. Met name door Gemeentebelangen Groen Soest en D66 is gezegd en de suggestie gewekt dat er een afwachtende houding zou worden aangenomen. Dat is in het begin deels het geval geweest. Dat werd veroorzaakt door het feit dat het rijk begon met 37 proefgemeenten, daar eerst een convenant mee wilde sluiten en dan eens verder wilde kijken. Wij hebben dat opgepakt als een goede zaak in die zin dat we van de ervaring van die 37 gemeenten zouden kunnen leren. Een en ander is echter duidelijk gestimuleerd vanuit het rijk en -dat valt te prijzen- door een uitermate actieve groep die daar

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 276