24 oktober 1990 - 11 - kan ik dus geen uitspraak over doen. Maar ik kan wel beloven: datgene wat wij terugkrijgen, dat komt ten goede aan de afvalstoffenheffing. Ik hoop dat het zo een beetje duidelijk is. Dan heeft mevrouw Tomassen gevraagd hoe het zit met de boekhouding, zij heeft daar toch een zwaar hoofd in. De intensieve controle op de boekhouding van gevaarlijke afvalstoffen, daar had u het over. Er zijn twee zaken die je dan uit elkaar moet houden. In de eerste plaats, de controle op bedrijven met chemische afvalstoffen vindt plaats in het kader van de hinderwetcontrole. De frequentie is mede afhankelijk van de aanwezigheid, de hoeveelheid en de sterkte van die chemische afvalstoffen. Verder zijn bedrijven zelf verplicht om de chemische afvalstoffen af te geven aan vergunninghoudersdie in het kader van de Wet Chemische Afvalstoffen een vergunning hebben gekregen, de zogenaamde WCA-vergunning. Dat komt van de minister van VROM. De meldingen van die afgiftes ontvangen wij terug van de minister. Die komen dan hier in een computerprogramma op de afdeling milieu en daar kunnen dan cijfers uitkomen die aanleiding kunnen geven om weer eens extra te gaan controleren. Dat is de gang van zaken. Ik hoop dat het u een heel klein beetje gerust kan stellen, want die stoffen blijven natuurlijk gevaarlijk. Dan in het kader van het chemisch afval, de Partij van de Arbeid vraagt wanneer er weer zo'n actie komt die we gehad hebben. Dat was u blijkbaar goed bevallen. Is er ook nog kans op een milieuweek? Wat dat k.c.a. betreft weet u dat de detailhandel daarvoor ingeschakeld wordt en een keer per jaar de chemokar. Daarnaast menen wij dat toch een uitbreiding moet worden nagestreefd van de inlevermogelijkheden. De praktijk wijst uit dat als je het vaker ophaalt bij de mensen thuis, je veel meer ophaalt. Die cijfers zijn bekend. Dat heeft dus de aandacht. We hebben ook bij de AVU inmiddels binnen het dagelijks bestuur geprobeerd dat van de grond te krijgen vanuit de AVU, dus dat er initiatieven ontplooid zullen worden, hoe dan ook en dat gemeenten daarbij ook geïnstrueerd zullen worden en hulp zullen krijgen. Dan is onze interne werkgroep milieuvoorlichting een eerste aanzet aan het leveren voor een vernieuwde k.c.a.-actie en voor die milieuweek. Ik blijf toch even bij de gevaarlijke zaken. De heer Witte. Tot op heden, mijnheer Witte was er van onze kant geen aanleiding om te veronderstellen dat er bij de Maatweg sprake zou zijn van dioxine, een soort bodemveront reiniging. Wel heeft daar een aantal jaren een verbrandingsoven gestaan en daar is vuil verbrand, dat is duidelijk. Wij hebben bij het rijksinstituut voor milieu nagevraagd hoe dat zit met dioxines, de looptijd, worden ze afgebroken of niet, hoe kun je ze ontdekken? De dioxines worden inderdaad afgebroken. Of er dioxines aanwezig zijn op of in de bodem, dat is heel moeilijk te ontdekken. We hebben daar zelf nog geen duidelijk beeld over hoe we dat aan moeten pakken. Ik kan u wel vertellen dat het onze aandacht heeft en dat we een oriënterend onderzoek willen laten doen zodra we weten hoe we dat precies moeten effectueren. Dat u op de hoogte gehouden zult worden, dat staat vast. Dan heeft u het gehad over de bodemsanering Klein Engendaal. Wij betreuren het net als u dat die maar traag tot afwikkeling kan komen. Dat zit hem in het beschikbare budget, dat is beperkt. Niet hier, maar bij de provincie. Hier ook wel natuurlijk, maar de provincie is de initiator voor dit soort bodemsaneringen en daar worden volgens een aantal criteria prioriteiten gesteld. Dat leidt dan tot een bepaalde volgorde. Die lijsten zijn bij de provincie bekend, die hebben wij ook wel op de afdeling. Dit project scoort niet zodanig dat het op korte termijn aangepakt zal worden. Het is niet zo dat wij dan het hoofd in de schoot leggen. U kunt zich misschien herinneren dat nog niet zolang geleden het bedrijventerrein van Kat Emaille opgeleverd is. Dat hebben we ook met ontzettende inzet van de afdeling in Soest bij de heer Smink als gedeputeerde van de provincie naar voren kunnen halen. Dus u

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 326