24 oktober 1990 - 25 - Als het denkbaar is dat die wagen voor de brandweer, die uitrukwagen die er moet komen, een jaar vervroegd aangeschaft kan worden en dat kan financieel redelijk budgettair neutraal -ik vertrouw nog niet geheel op de woorden van de heer Boerkoel, want ik heb het vermoeden dat die afschrijftermijn van vijf jaar ook voor andere personenauto's wel eens voorkomt, dat het niet helemaal vreemd is dat we die termijn aanhouden- als van de zijde van B&W de suggestie overgenomen wordt dat het redelijk budgettair neutraal zou kunnen gebeuren, dan wil ik dat zonder meer steunen. of dat VOORZITTERAls ik dan mag antwoorden. Vrijwel alle fracties hebben gesproken over het fiscaliseren, waar met name door mevrouw Blommers een betoog over is gehouden. Ik denk, gehoord ook uw geluiden, dat ik dit meeneem om -dat was uw vraag ook- in het kader, van de voorjaarsnota bijvoorbeeld daarop terug te komen. Ik zeg u dat toe. Dan is er gesproken over de politie door een aantal uwer, met name over het convenant. De heer Meilof zegt dat dit jaar een deel van het convenantsgeld is gegaan. Dat is eigenlijk binnen de sector openbare orde en veiligheid gebleven, want we hebben dat besteed aan bestuurlijke preventie. Hoe zit het nou voor de komende jaren? Het zal u niet ontgaan zijn dat in de meer jarenraming, waar we deze week over besluiten, de minderingen op de convenantsgelden al verwerkt zijn. Die zijn dus in feite al opgenomen in de algemene middelen en hebben dus al een bestemming. Daar kan ik op dit moment niets meer aan doen, tenzij u als raad daar anders over besluit, maar dat is aan u als raad. Wat u bedoelt te bereiken, zal dus op een andere manier gerealiseerd moeten worden, of het komt pas na de periode van de meerjarenraming weer aan de orde. Wat anders is, daar zullen wij voor de jaarwisseling eerst in de commissie a.b.z. en dan -afhankelijk van het resultaat daar- in deze raad over discussiëren en besluiten over de voortzetting van het convenant en in welke vorm dat er gaat uitzien en welke inhoudelijke betekenis u vanuit de raad daarin legt. Ten aanzien van het wijkgericht werken hoor ik al geluiden als meer op de fiets en te voet. Dat zijn aspecten die ik hier gehoord heb en die neem ik mee in het overleg dat ik deze weken heb over de mogelijke tekst van een nieuw concept convenant Dan kom ik bij de brandweer. Ik moet zeggen dat ik aan de ene kant verheugd ben door de motie van de Partij van de Arbeid waarbij zij voorstellen om de auto voor de bevelvoerder niet in 1992 maar een jaar naar voren te halen middels de methode die u hebt genoemd. Ook anderen hebben gesproken over de auto van de bevelvoerder. Ik zou het zo willen oplossen dat ik voldoe aan wat de WD-fractie heeft gezegd, namelijk om te kijken in hoeverre we dat binnen de middelen zoals die nu in de begroting en in de meerjarenraming staan, kunnen doen. Dus ik stel eigenlijk voor: laat het ongewijzigd zoals het nu is, ik denk dat ik erin slaag met de commandant en het kader van de brandweer om tot een oplossing te komen die zowel aan uw wensen tegemoet komt als aan de wensen die ik zelf heb ten aanzien van de noodzaak voor de auto voor de bevelvoerder, als de wensen die bij de brandweer leven. Daarmee is wat mij betreft het naar voren halen -hoe dankbaar ik daar ook voor ben- niet noodzakelijk. Ik vraag alleen: laat het staan in de begroting en de meerjarenraming zoals het staat, dan kom ik daar denk ik binnen een paar maanden wel weer op terug bij u. Ik denk dat ik met een voorstel kom waaruit blijkt dat we eruit komen. Dan mevrouw Blommers, zij heeft dacht ik gemist de uitgebreide voorlichting en de perscampagne over hondenbelasting, uitlaatterreinen enzovoorts. Wethouder Visser deelt mij mee dat vóór 1 januari 1991 er een uitvoerige perscampagne komt in Op 't Hoogt. Ik dacht hiermee alle vragen en opmerkingen beantwoord te hebben. Rest mij te vragen of iemand in tweede termijn bij deze hoofdfunctie het woord

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 340