24 oktober 1990 - 39 - Heer VERHEUS (CDA): Er is denk ik een misverstand in die zin, mijnheer de voorzitter, dat wij ook nog een motie hebben ingediend over dat tweede project dagopvang. Maar die is dacht ik ter sprake gebracht. VOORZITTER: Nee, het gaat over de receptioniste. Heer VERHEUS (CDA): Oh, die veertig uur? Dat heeft te maken met het flankerend ouderenbeleid. Daar is al veel over gezegd. In 1991 is er 17.500,- beschikbaar om deze receptioniste/telefoniste ter ondersteuning van dit project te honoreren. Wij vinden dit zodanig belangrijk in het kader van het flankerend ouderenbeleid om dat goed te laten functioneren, dat wij daarvoor deze 17 uur willen veranderen", te verhogen tot 40 uur. We hebben daar ook een dekking voor aangegeven. Het zal gefinancierd moeten kunnen worden uit het flankerend ouderenbeleid. Ik dacht dat het een goede zaak was, juist in het belang van de ouderen. Ik dacht dat het de bedoeling was dat er ook nog gereageerd zou worden op de moties die door andere partijen zijn ingediend. Kan dat nu direct of in de tweede ronde? VOORZITTER: Nu graag. Heer VERHEUS (CDA): Akkoord. Er is door D66 ook een motie ingediend over de SWOSDe wethouder heeft aan de hand van wat in eerste instantie en ook in de algemene beschouwingen al over dat probleem gesteld is, al een heel lang verhaal gehouden. Als ik het allemaal goed begrepen heb en heel kort wil samenvatten, zegt de heer Kingma: er is geen probleem tussen het gemeentebestuur en de SWOS, maar het is een bestuurscrisis binnen de SWOS. Het zij zo, maar van de kant van de SWOS bereiken ons juist hele andere berichten. Natuurlijk zullen overal wel problemen en probleempjes zijn. Maar hét probleem is, zo hebben wij uit de richting van de SWOS vernomen, tussen de SWOS als vrijwilligers, mensen die op vrijwillige basis heel veel tijd en energie aan het ouderenwerk besteden en het professionele apparaat. Dan moet er toch zeker sprake zijn naar onze mening van een probleem tussen enerzijds de gemeente, wie dat dan ook is, hetzij op ambtelijk, hetzij op bestuurlijk niveau, anderzijds het bestuur van de SWOS. Nu is het zo dat D66 in de motie vraagt om op korte termijn -en dan bij voorkeur nog met externe ondersteuning- tot een betere functionering van de SWOS te komen. Ik kan niet beoordelen of er externe adviseurs bij nodig zijn, dat weet ik niet. Dat zal wellicht geld kosten en dat wordt hier niet genoemd, maar ik denk wel -vandaar dat wij deze motie ook zullen steunen- dat de intentie van de motie toch in ieder geval is te komen tot een structureel veel betere werkwijze van de SWOS enerzijds en gemeentelijk bestuur en/of ambtelijk apparaat anderzijds. Deze motie zullen wij dus steunen. VOORZITTER: Nu denk ik dat het het beste is om eerst even de zes moties zoals die in het debat dat net geweest is genoemd zijn, voor de eenduidigheid waar we over praten te nummeren. Bovendien is het zo dat ik eigenlijk de inhoud van de moties moet voorlezen. Als u daarop staat, dan doe ik dat uiteraard graag. Of zegt u dat ik kan volstaan met het even aan te tippen met de nummering? Is dat laatste akkoord? De motie die gaat over: overwegende dat kunst een waardevol cultuurgoed is en dat zoveel mogelijk burgers de mogelijkheid moeten hebben daartoe o.a. een artotheek... Die motie heb ik genummerd nummer I. Dan de motie die eindigt met een besluit waarin genoemd wordt een bedrag van 10.000,-, een bedrag van 2.250,- en voorzieningenfonds kunstenaars 7.750,- die heb ik genummerd nummer II.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 354