24 oktober 1990
- 45 -
Motie II van het CDA vinden wij qua tekst, vooral waar het gaat om de
overwegingen, heel goed. Er staat in dat cultuur geen luxe is, maar een
noodzaak, dat staat in het beleidsprogramma dat door de gemeenteraad is
vastgesteld, dat het aankopen van actueel cultuurgoed wordt gevraagd, dat
het nog te weinig wordt gedaan, dat men de Stichting Oud Soest eigenlijk
10.000,- wil laten besteden voor aankoop van oude op Soest betrokken
kunst. Kunst is dus wijder dan alleen maar echte kunst, ook cultuur hoort
daar dus bijMet de strekking daarvan kunnen wij het eens zijn, alleen de
dekking niet. Wij vinden de dekking uiterst onaardig, omdat van vrij kleine
posten bedragen afgaan, te weten actuele kunstsubsidies 2.250,- uit het
voorzieningenfonds kunstenaars en 7.750,- uit de post aankoop Soester
kunstenaars. Wij vinden dat geen leuke dekking. Net heeft mijn fractie
genote een aantal middelen aangegeven. Daaronder staat ook bij deze CDA-
notitie. Wij zeggen: eigenlijk kan structureel een dekking worden
gevonden, omdat wij het niet eens zijn met de uitkoop van de Joannes-
parochieDaarmee denken wij een structurele dekking aangegeven te hebben.
Motie III, dat de Stichting Oud Soest een belangrijke functie vervult voor
het bewaren en tentoonstellen van oude op Soest gerichte cultuurgoederen.
Men heeft zeer vele eigen middelen en fondsen bij elkaar gebracht en komt
nog iets te kort. Nou, wij kunnen het wel eens zijn met eenmalig iets te
doen uit het incidentele overschot welzijn 1990. Dat kan die 7.000,-
zijn, dus daar zijn wij positief over.
Motie V van het CDA gaat over het HALT-projeetDe overwegingen daar
kunnen wij ons best in vinden, alleen de dekking die hier wordt aangegeven
hebben wij al anders gebruikt. Aangegeven is net dat wij dus eigenlijk
positief reageren op de nog in te dienen motie van D66 over de Hopman
MasselmangroepDaar hebben wij de voorkeur voor gevonden om die dekking
daarvoor te gebruiken. Dan mogen we dit wel aardig vinden, maar er is geen
dekking meer bij ons.
Geschrokken zijn wij van een aantal uitlatingen namens de PvdA door de heer
Boerkoel. Ik heb het dan nog niet eens over de motie, want dat is nog veel
erger. Wij hebben de indruk dat bij dit college, dat ook fungeert als een
bestuur van de sportstichting ad interim -al veel langer dan zou mogen
verwacht worden, dan wij zelfs hadden verwacht, maar men zit er nog steeds-
de sport geen warm hart krijgt toegedragen. Dat lijkt bevestigd te worden
door uitlatingen van de heer Boerkoel, die al heeft geroepen dat bepaalde
zaken niet moeten gaan gebeuren. Dat zijn meestal zaken met investeringen
die een lange termijn van gelding hebben, die langer duren. Er worden ook
al plannen genoemd die op zich misschien wel aardig zijn, omdat de heer
Visser roept om terreinen waar gebouwd kan worden, om sportterreinen dan
maar te verplaatsen, dan kan er gebouwd worden! Dat wil zeggen dat er nogal
wat investeringen nodig zijn als je met de sport wat gaat doen. Nu staat er
-ik ben aan het zoeken gegaan tot 1994- één post op de begroting voor 1991
van 240.000,- en daar wil men de helft van gebruiken voor een
atletiekaccommodatie -op zich zijn we het daar wel mee eens- en de andere
helft van dat bedrag -dat schijnt dan de strekking te moeten worden van de
motie, maar misschien kan de heer Boerkoel het nog anders interpreteren-
zou dan gebruikt worden voor onderhoud. Nou, dan krijgen we inderdaad
toestanden! Ik geloof niet dat het juist is dat je investeringsmiddelen
gaat gebruiken voor onderhoud. Dan ben je bezig met afbraak voor de sport.
Ik kan dus hier al aangeven dat wij pertinent tegen deze motie zullen zijn.
Dan wil ik nog even reageren op iets dat vorig jaar, althans niet door ons,
schijnt te zijn vastgelegd, maar de raad had toen een andere samenstelling.
Er staat: in beleidsmatige zin ligt er een uitspraak van uw raad bij de
behandeling van de begroting 1990 om een eventuele verminderingen op de
rijksvergoeding voor gymnastieklokalen volledig door te sluizen naar de
sport. Wij zijn het daar niet mee eens. Wij denken dat daarmee een groot
