24 oktober 1990
- 52 -
zich niets tegen het functioneren van deze ouderenbonden en tegen
activiteiten van die ouderenbonden hebben. Waar wij wel moeite mee hebben
is het geven van ons inziens ongerichte subsidie. Van uw kant zouden
stukken ter inzage worden gelegd die zouden onderstrepen waarom die extra
subsidie nodig was. De stukken die ter inzage gelegd zijn hadden als
jongste jaartal 1989 en hadden in het gunstigste geval betrekking op de
begroting 1990. Wij leren daaruit dat het gaat om koffie en bustochten, om
het maar eens ietsje simplistisch te zeggen. Het is op zich geen slecht
doel, maar zo subsidiëren wij niet, althans wenst D66 niet te subsidiëren.
Het vierde en laatste punt is een vraag die zich eigenlijk richt tot de
heer Visser, al gaat het over bossen in Soest. We hebben moeten constateren
dat er ten zuiden van de spoorlijn Soestduinen/Amersfoort veel Soester
grondgebied ligt, maar het is bijna allemaal door hekken omgeven. Wandelen
daar is niet eenvoudig. Daar horen terreinen van de waterleiding
maatschappij bij en daar zijn wij aandeelhouder van. Als u daar wilt
wandelen, moet u eerst een tientje betalen. Het gaat uitstekend met de
waterleidingmaatschappij mag ik wel zeggen en ieder jaar vragen wij ons af
hoe we kunnen proberen dat in de tarieven tot uitdrukking te laten komen.
Het zou natuurlijk ook kunnen dat we gewoon dat tientje daar afschaffen en
vrij wandelen daar toestaan. Neemt u dat eens mee naar de aandeelhouders
vergadering van het WMN.
Dan reagerend op de moties, de eerste CDA-motie met betrekking tot de
artotheek is sympathiek. Het zal weinig hoeven te kosten en krijgt onze
steun.
De tweede motie is vanwege zijn dekkingsvorm voor ons onaanvaardbaar. Dat
betreft dus de oude cultuurgoederen. Goed doel, verkeerde dekkingsvorm.
De derde motie heeft ons even voor de vraag gesteld hoe de CDA-fractie
wetenschap had van een incidenteel overschot welzijn, hoe groot het dan wel
was en wat daar dan wellicht meer uit te financieren was. Ik wil die vraag
maar even laten voor wat hij is. Misschien dat iemand zich toch nog
geroepen voelt om dat te beantwoorden. Het wordt wel gebruikt als
dekkingsmiddel, dus het zal er wel wezen, mag ik aannemen.
Heer KROL (CDA): Ik zou daar graag even op willen reageren als dat mag,
voorzitter. Alle informatie die wij krijgen, kunt u net zo goed krijgen
door er eenvoudigweg op de afdeling over te spreken.
Heer POTHUIZEN (D66): Dat is duidelijk. Alleen, we praten over het jaar
1990 en dat is voor zover mij bekend nog niet afgelopen. Dat eindigt op 31
december in de toekomst. We weten dus ook nog niet of er tegen die tijd
een overschot is. U kennelijk wel. Vandaar dat wij even van de bevoegde
beheerders van de kas willen horen of dat ook waar is. Ik bén blij met uw
toelichting, maar ik neem aan dat onze kasbewaarder straks nog wel even zal
zeggen wat er over is en hoeveel.
Dan de vierde motie van het CDA, die betreft het psycho-geriatrisch
zorgproject. Wij zijn daar met de Partij van de Arbeid wat bezorgd over wat
je daar nu oproept aan verwachtingen en aan risico's. Het is de wethouder
die van deze fractie zelf deel uitmaakt niet onbekend dat vanuit D66 wel
eens voorstellen gedaan worden waarin in de financiering enig risico zit.
Daar wordt dan wel kritiek op geleverd. Ik zie dat nu het omgekeerde ook
uit de CDA-fractie gebeurt en dat belemmert mij dus uiteindelijk misschien
niet om er toch nog voor te stemmen. Maar ik denk dat je zo'n project nooit
voor één jaar kunt opstarten en dat het dus mooier zou zijn als we ook een
andere vorm van dekking hiervoor zouden weten te vinden.
Het HALT-projeetDeze motie is sympathiek, alleen, de middelen die
daarvoor nodig zijn, zijn middelen die wij voor onze motie hebben beoogd.
Inmiddels tekent zich af dat die motie het kan halen in deze raad en dat