24 oktober 1990
- 65 -
Heer KROL (CDA): Ik zal het zeer kort houden, mijnheer de voorzitter. Ik
had de motie niet beter kunnen verwoorden dan u het zojuist gedaan heeft.
Het belang daarvan is voldoende onderstreept. Ik heb begrepen dat deze
motie zichzelf terugverdient, dus over de dekking moeten we uiteindelijk
niet zo'n groot probleem maken. De dekking heeft u zojuist aangegeven: we
verdienen het zelf terug.
Ik heb begrepen dat er in de andere fracties toch nog wel wat problemen
zijn over de 60.000,- die er uit Soesterberg terug zou komen omdat we dat
besteed hebben in de afgelopen jaren. Ik denk dat we zouden moeten kijken
gezamenlijk als raad, omdat het heel duidelijk is aangegeven door de hele
raad, inclusief u als voorzitter, dat u belang hecht aan dit project, dat
we moeten trachten om dit project te realiseren. Als we het over de
dekking niet eens kunnen worden, moeten we gezamenlijk zien daar een andere
dekking voor te vinden. Ik denk dat we daar straks in een eventuele
schorsing ook als partij nog even over moeten praten.
VOORZITTER: Mag de conclusie zijn van uw fractie dat motie I is
overgenomen, daar praten we niet meer over en dat de moties II tot en met
VI door u als fractie worden gehandhaafd? Dan is die conclusie duidelijk.
Mevrouw BLOHHERS (WD): Voorzitter, de wethouder van cultuur heeft zojuist
gezegd dat hij gewend is om de uitkomsten van het hele hoofdstuk welzijn te
plussen en te minnen. Ik denk dat dat een uitgangspunt is en dat we dat als
raad ook wel kunnen hanteren. Het lijkt mij niet zo ontzettend nodig om bij
elk voorstel eerst een raadbrede meerderheid te krijgen om precies dezelfde
wijze van dekking te vinden voor een voorstel. Het gaat er maar om dat er
in zijn totaliteit straks genoeg geld is om alle moties die worden
aangenomen plus het andere beleid dat we hier vaststellen, uit te voeren.
Maar ik begrijp de zorgen wel. Het schijnt niet mogelijk te zijn om daar
zelf met ideeën over te komen, dus moeten wij dat doen. Vandaar dat het mij
zo verbaast dat u in uw ideeën over nieuw beleid en de drie miljoen
daarvoor, ervan uitgaat dat u in 1991 die drie miljoen vanaf 1 januari
opneemt. Want u gaat in 1991 een aantal plannen aanpakken. Daar ben ik voor
hoor, plannen. En zeker als ze van aanpak zijn. Maar ik denk niet dat u ze
allemaal gaat uitwerken en betalen in 1991. Dus ik zie daar een rente
voordeel van 165.000,- als ik uitga van de dingen die u zo'n beetje
aanraadt. Dan denk ik: nou, dan zijn er al weer een heleboel problemen
opgelost. Ik geef toe dat het eenmalig is, net zoals de 75.000,- van de
Molensoos eenmalig is. Maar samen toch een leuk bedrag. Daar kan je drie
jaar psycho-geriatrische patiënten voor opvangen, daar kan je een mooie
dekking in vinden voor de lift. Een lift, daar staat nog geen dekking voor.
Nou, dat is er dan nu, dat kan daarvan. U kunt zelfs nog wat reserveren
voor de VW. Allemaal eenmalige projecten die we heel belangrijk vinden.
Daarnaast is er ook nog iets structureels, de kinderopvang. Nou, daar geven
we ook iets voor op wat u ook structureel in uw begroting had aangegeven,
namelijk die 30.000,- en die 50.000,-. U kunt niet zeggen dat de WD
zich niet van zijn taak heeft gekweten in deze.
Nog even over de moties. Bij motie IV hebben we nu duidelijk aangegeven hoe
we dat willen dekken, zelfs voor drie jaar. Dan wil ik u daarbij wijzen op
het feit dat wij het zeer op prijs zouden stellen als u toch als college de
motie van de polikliniek aan de Dalweg zou willen overnemen. Met het plan
van aanpak. Want u begon met: het kan niet. En vervolgens zegt u: aan het
eind van het jaar -dat is over anderhalve maand- dan kom ik met een aantal
feiten. Dat is nu precies waar wij om gevraagd hebben, dat wij ook inzicht
krijgen over de zaken waarover u met verschillende instanties aan het
praten bent. Wij willen weten met wie u praat en wanneer u ongeveer van WVC