18 januari 1990 - 2 - 1. Heeft het college kennis genomen van de provinciale notitie Sporen naar de toekomst, die eind december 1989 verscheen, van de daarin figurerende kijk van de provincie op de ontwikkeling van het stadsgewest Amersfoort, waar Soest dus toe behoort, tot 2015 en van het procedureschema dat voorziet in een hoorzitting voor gemeentes op 31 januari a.s.? 2. Is het college voornemens die hoorzitting van 31 januari bij te wonen en daar een mening over of een visie op de ontwikkelingsgedachten van de provincie te geven? 3. Zo ja, hoe luidt dan wel die mening of visie? 4. Welke rol speelde of speelt de gemeenteraad bij de totstandkoming van die mening of visie? Wethouder PLOMP: Het betrekking tot vraag 1. of het college heeft kennis genomen van een en ander is het antwoord dat het college inderdaad kennis heeft genomen van de provinciale notitie waarvan sprake is. Dat wil zeggen zowel met betrekking tot de inhoud, als met betrekking tot het procedure schema dat daaraan verbonden is Voor wat betreft vraag 2 of het college voornemens is de hoorzitting van 31 januari bij te wonen, is het antwoord dat het college inderdaad deze hoorzitting zal bijwonen en dat het college op dat moment ook een visie zal weergeven die vanmiddag in hoofdlijnen is afgestemd met het Gewest. Daarbij is afgesproken dat alleen die visie zal worden weergegeven die ook in gewestelijk verband tot een unanieme mening heeft geleid en dat is de volgende. De gemeenten, dus ook Soest, willen voor eigen behoefte kunnen bouwen. Dat was eigenlijk het punt waar allen het over eens waren en dat kunnen wij dan ook in Utrecht gaan meedelen. Uw vraag die daarop volgt is: hoe luidt deze mening en deze visie? Wel, iets uitgebreid zou je kunnen zeggen dat de gemeente Soest niet meer en niet minder dan voor eigen behoefte wil bouwen en bedrijven wil opvangen en dat het bepalen van de grootte van die behoefte en het bepalen van de juiste lokaties in een latere fase zal geschieden. Uw vraag 4: welke rol speelt of speelde de gemeenteraad bij de totstandkoming van die mening of visie, daarop is het antwoord van het college dat over deze visie de commissie ruimtelijke ordening van 30 januari a.s. gehoord zal worden. De commissie zal dan verder met betrekking tot de visie die in Eemland tot stand komt worden geïnformeerd, mogelijk begin juni en anders begin juli. Heer EBBERSVoorzitter, ik beluister nu dat de visie van het Gewest Eemland ergens in juni misschien definitief zal worden. Ik neem aan dat er een aantal besprekingen in het kader van het portefeuillehoudersoverleg r.o. aan vooraf zullen gaan. Ik zou u er nadrukkelijk op willen wijzen te zorgen dat alle commissieleden, maar ook alle raadsleden uitvoerig geïnformeerd zijn, door ervoor te zorgen dat de verslagen van deze vergaderingen van het portefeuillehoudersoverleg voor de raad ter inzage komen Wethouder PLOMP: Aldus geschiede, mijnheer de voorzitter. Voorstel tot het geven van straatnamen. Heer KRIJGER: Mijnheer de voorzitter, wie A zegt, moet B zeggen. Tijdens een door de gemeente georganiseerde nieuwjaarsbijeenkomst in C-drie is gesproken over een commissiesituatie die moet veranderen, welke commissie moet verdwijnen. Er is uitgeroepen door mij: de straatnamencommissie op grond van de toen actuele voorstellen. Omdat het niet gewoon is om een

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 3