24 oktober 1990 - 4 - verwerven. Daar geef ik mee aan dat het overleg misschien later nog eens aangetoond moet worden bij een rechterlijke procedure tot onteigening en dat lijkt mij uitermate lang en vervelend te kunnen duren. Dat kan ook betekenen dat hetgeen wij willen realiseren vooralsnog niet kan. Dat komt dan in strijd met de urgentie die wij toch menen te mogen hebben. Dan denk ik, weer terug naar de opzet: een globaal bestemmingsplan was datgene wat wij vonden. Dat kan best betekenen, dat blijkt uit het overleg dat hetgeen wij zouden willen -sociale woningbouw daar- niet op korte termijn gerealiseerd kan worden. Maar een ander uitgangspunt van een groot deel van deze raad is niet allemaal sociale woningbouw, het gaat om goedkope betaalbare woningen en dat kan koop of huur zijn. Als mensen die zelf willen gaan bouwen en voldoen aan die voorwaarden, dat ze best een goedkope woning mogen bouwen, dan denk ik: artikel 19 kan best betekenen dat een aantal situaties toch kunnen worden uitgevoerd in de bouwwerken en misschien heet het dan niet volgens de letter van de wet sociale woningbouw, maar dan gaat het om weer om de flexibiliteit die ik van het college verwacht. Ik hoop dat u op deze drie hoofdlijnen, met als uitgangspunt: niet teveel rommelen aan die verdichting, dat u daar antwoord op heeft. Heer POTHUIZEN (D66)Ik stem voor wat betreft het verkeersaspect bij de Den Blieklaan gemakshalve in met hetgeen de heer Meilof al heeft opgemerkt. Met betrekking tot het plan van de heer Kleinegris heb ik eerder al laten weten dat daar wat mij betreft onder voorwaarden over kan worden gedacht. Daar is verder niet meer op gereageerd, dus dat maakt het een beetje moeilijk om daar hier een precieze besluitvorming op te realiseren. Het komt erop neer dat ik dus in principe met het plan daar zou kunnen instemmen, als maar zeker is gesteld dat de bedrijfsactiviteiten die daar op dit moment in een bestaande schuur plaatsvinden, contractueel tot een eind gebracht zouden gaan worden. Ik heb ook verwezen naar de mogelijkheid om een bijdrage in de exploitatiekosten van het bestemmingsplan daarvoor te vragen. Mevrouw TOMASSEN (PS): Mijnheer de voorzitter, wij stemmen in met uw voorstel en dan ook model C. Wat betreft die twee woningen die gevraagd zijn door de heer Kleinegris kan ik mij vinden in het verhaal van D66. Wat de verkeerssituatie voor de Den Blieklaanbewoners betreft is het jammer dat het alternatieve plan van Progressief Soest niet is overgenomen. Maar wij vinden dat wij toch maar toe moeten gaan naar de situatie die u hebt voorgesteld. Maar inderdaad, laten we bekijken als die verkeersoverlast inderdaad in de toekomst mogelijk zou zijn, dat we dan in het verkeers circulatieplan daar rekening mee houden. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, het bestemmingsplan zoals het nu voor ons ligt geeft ons voor dit deel Klein Engendaal voldoende rechtszekerheid. We hebben met elkaar afgesproken in Soest dat we zouden gaan inbreiden en niet zouden gaan uitbreiden. Dat betekent voor onze fractie wel dat er is gevraagd bij de begrotingsbehandeling door de wethouder r.o. van: geeft u ons maar mogelijkheden aan in het kader van de structuurvisie waar u denkt dat nog gebouwd kan gaan worden. Wij zullen dat niet nalaten. Voor ons staat elk stukje in het kader van de structuurvisie opnieuw ter discussie. Maar we willen wel vanavond dit bestemmingsplan aannemen, dus we gaan akkoord met model C. Als het betreft het verkeer, dan praat ik dus over de kwestie Den Blieklaan, zijn wij vooralsnog niet voor aansluiting, omdat wij vooralsnog op korte termijn niet de noodzaak ervan inzien. Maar ook daar past het plan van aanpak als het gaat om de verkeersvisie die eraan komt. Die speelt

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 405